donderdag 10 maart 2011

Kerstpakketen, Golddiggers, Jagers & Verzamelaars

Enkele weken geleden schreef ik op deze blog het volgende over financiering:
Dit alles is genoeg om door onder je dekens weg te kruipen en puberaal uit te roepen: "Laat dan maar! Ik hoef al niet meer weg!"
En wat blijkt, dit geldt ook voor het bekostigen van een promotieplaats. Wat zeg je, je dacht dat er elke maand een mooi loonstrookje werd uigedeeld, compleet met eindejaarsbonus en kerstpakket? Welnee. Het idee dat je een salaris krijgt in de academische wereld in de UK is volledig onterecht (ik vraag me eigenlijk af waar het vandaan komt). Promoveren is voor the lucky few hard werk voor een bedrag van nog een 900 pond per maand en in het meer voorkomende geval hard werk voor helemaal niets.

Er zijn dertien fondsen in binnen- en buitenland die ik heb aangeschreven om mijn uitgaven te bekostigen. Die uitgaven omvatten de 900 pond aan levensonderhoud, maar ook een dikke rekening aan 'tuition fees', die kan oplopen tot 5000 pond per jaar. De dertien fondsen lopen wijd uiteen, van 'een beetje ondoorzichtig' tot 'hels bureaucratisch', en van 'misschien als ik geluk heb' tot 'spring eens door deze brandende hoepels heen, dan kijken we of we je aanvraag indienen bij onze baas'.

Wordt het er beter op als je klaar bent met je PhD? Nee. Aan de ene kant zou je verder kunnen gaan met een academische carriere. En als ik de gesprekken van postdocs in de koffiekamer in het prestigieuze centrum waar ik nu studeer moet geloven, verandert er niets. Ook zij zijn bezig met aanvragen, aanmeldingen, aanbevelingsbrieven. Laatst zei een vrouwelijke collega van me, toch zeker dik in de dertig, inmiddels aangenomen bij een chique Amerikaanse universiteit: "Ik wou dat ik een partner had om me te onderhouden." Wauw. Ik wist eigenlijk niet wat ik daar op moest antwoorden. Moet je tegenwoordig golddigger zijn om je 'life of the mind' te kunnen veroorloven?

Aan de andere kant zou je na zo'n PhD uit kunnen schreeuwen: "Dan verkoop ik mijn ziel wel aan het bedrijfsleven!" Maar helpt die PhD daar dan mee? Nee. Als je dit goedgeschreven artikel uit de Economist mag geloven, verdienen PhDs niet meer dan mensen met een master. Er is geen grote vraag naar intellectuelen.

Je komt nog maar weinig PhD-studenten tegen die positief zijn over wat ze doen. Hun klacht klinkt altijd hetzelfde: ik doe niet genoeg, ik verdien niet genoeg, niemand waardeert me. Er worden thrillers geschreven over filosofiepromovendi die moorden voor geld. Er worden comics gemaakt over hoe PhD-studenten alleen noedelsoepjes kunnen eten omdat ze niet genoeg geld hebben. Ik zou willen zeggen: genoeg! Dat is toch doodzonde! Hebben we daarvoor eeuwen aan vooruitgang doorgemaakt? Zijn we daarvoor ontwikkeld van jagers en verzamelaars tot een efficiente maatschappij waarin sommige mensen hun leven aan louter kennisvergaring kunnen wijden? Om nu te besluiten dat het leven van de intellectueel ons misschien toch niet genoeg waard is? Bah! Bij dezen roep ik op tot het schrijven van een optimistisch, positief verhaal over het intellectuele leven! Wie helpt me zo'n verhaal te vinden?