Geen enkele metafoor, hoe scherp geformuleerd ook, kan je voorbereiden op het werk dat daadwerkelijk gedaan kan worden voor een PhD-aanmelding bij een hoog aangeschreven universiteit. Soms is het leuk werk en deel je een fles wijn met een mogelijke supervisor terwijl je foto's van de kleinkinderen bewondert. Soms komt er meer bij kijken en moet je op de valreep uitzoeken hoe duur een spoedbezorging door een internationale koerier is. Mijns inziens zijn er verschillende stadia waar je doorheen moet voordat je alles hebt gedaan dat in je macht ligt.
De komende weken zal ik regelmatig een blogpost schrijven over dit onderwerp. Hieronder, alvast als opwarmertje, de titels!
1. Raak die arrogante glimlach kwijt. Over je onderzoeksvoorstel. Schrijf een meesterwerk, laat anderen het afbranden en kill your darlings.
2. Alle deuren moeten open! Over hulp krijgen. Zoek je sleutel en bespreek de sloten.
3. Babyfoto's en chardonnay. Over netwerken. Laat je voorstellen, doe een drankje.
4. Het draait allemaal om anderen. Over aanmeldingen schrijven. Zet alles zwart op wit en specialiseer je.
5. Stuur je postduif uit. Over aanmeldingen versturen. Ontdek de wondere wereld van de expressepost.
maandag 20 december 2010
woensdag 8 december 2010
Ochtend op het Filosofenkantoor (Tips)
"Good morning, ma'am"
"Good morning, Smith. What's on my planner today?"
"At 12 there is a meeting on Newcomb's problem. Do you want one box, or two?"
"Two I think, Smith."
"Oh, and don't forget you still need to form an opinion on value-neutrality."
"Slippery stuff."
"Also, there is an invitation to a regional meeting on minds, bodies and souls, and one to a seminar on symmetry. Shall I accept?"
"Put the last one in my diary. Might be a good opportunity to finally meet Jon. Find out what his weak spots are, please, Smith. Thank you. That'll be all."
A little later
(presses buzzer) "Quick, Smith! We have a Weber emergency! Bring me The Meaning of Ethical Neutrality in Sociology and Economics, pronto!"
"Excellent choice, ma'am. Shall I add Science as a Vocation?"
"Please do, Smith. But hurry!"
Zo gaat het er natuurlijk niet aan toe in mijn kantoortje, althans, niet elke dag. Maar er zijn wel een aantal dingen in verborgen die ik de afgelopen vijf jaar (vijf jaar alweer!) geleerd heb over studeren. Hieronder volgen een paar persoonlijke tips.
1. De belangrijkste: beschouw het als een baan. Als je elke dag van negen tot vijf in de bibliotheek, of in je kantoor zou doorbrengen, maakte je veertig uur vol. Dat kan ook op een andere manier: elke dag om elf uur uit je bed komen, beetje mail checken, beetje eten, beetje college volgen, kletsen met studiegenoten, om een uur of 1 nog een paar uurtjes studeren, avondeten met je huis, en dan, damn, nog maar van negen tot twaalf ook in de boeken duiken. Relaxed? Ik denk het niet. Bovendien heeft 's avonds studeren het nadeel dat je van wel heel veel wilskracht voorzien moet zijn wil je het volhouden: van negen tot twaalf wordt al snel van negen tot die leuke film op TV komt, en voor je het weet steek je in je studie net zoveel tijd als een verstrooide parttime receptioniste besteedt aan puntenslijpen. En zij heeft nog het voordeel dat ze niet met een schuldgevoel in drie dagen voor een examen alle stof moet inhalen.
2. Ga naar lezingen, borrels en andere sociale activiteiten in de buurt van je universiteit als die gerelateerd kunnen worden aan je studie. Voor je het weet ontmoet je je aanstaande (PhD-begeleider) en bediscussieer je beurzen onder het genot van een fles door de Dean betaalde crisp, cool, fragrant Chardonnay. (True story.)
3. Lees meer dan nodig is. Als je toch veertig uur de tijd hebt kan je altijd de extra stof lezen, terwijl de andere studenten zich nog eens lekker in hun bed omdraaien en... Wacht. Ja, wilskracht is vereist, maar jij hebt de avond vrij, zij niet.
4. Op de redelijk interessante, maar de laatste tijd minder actieve blog Study Hacks staan een aantal goede artikelen die kunnen helpen als je je na het lezen van bovenstaande tips nog steeds afvraagt hoe het toch mogelijk is dat sommige mensen altijd meer tijd lijken te hebben, of gestructureerder zijn. Mijn favoriete artikelen zijn:
Je wordt veel georganiseerder als je gebruik maakt van het volgende.
Dit had je zelf ook al bedacht, maar op de een of andere manier paste je het nooit toe.
Dit helpt als je bang bent dat je je ware passie nog niet gevonden hebt.
"Good morning, Smith. What's on my planner today?"
"At 12 there is a meeting on Newcomb's problem. Do you want one box, or two?"
"Two I think, Smith."
"Oh, and don't forget you still need to form an opinion on value-neutrality."
"Slippery stuff."
"Also, there is an invitation to a regional meeting on minds, bodies and souls, and one to a seminar on symmetry. Shall I accept?"
"Put the last one in my diary. Might be a good opportunity to finally meet Jon. Find out what his weak spots are, please, Smith. Thank you. That'll be all."
A little later
(presses buzzer) "Quick, Smith! We have a Weber emergency! Bring me The Meaning of Ethical Neutrality in Sociology and Economics, pronto!"
"Excellent choice, ma'am. Shall I add Science as a Vocation?"
"Please do, Smith. But hurry!"
Zo gaat het er natuurlijk niet aan toe in mijn kantoortje, althans, niet elke dag. Maar er zijn wel een aantal dingen in verborgen die ik de afgelopen vijf jaar (vijf jaar alweer!) geleerd heb over studeren. Hieronder volgen een paar persoonlijke tips.
1. De belangrijkste: beschouw het als een baan. Als je elke dag van negen tot vijf in de bibliotheek, of in je kantoor zou doorbrengen, maakte je veertig uur vol. Dat kan ook op een andere manier: elke dag om elf uur uit je bed komen, beetje mail checken, beetje eten, beetje college volgen, kletsen met studiegenoten, om een uur of 1 nog een paar uurtjes studeren, avondeten met je huis, en dan, damn, nog maar van negen tot twaalf ook in de boeken duiken. Relaxed? Ik denk het niet. Bovendien heeft 's avonds studeren het nadeel dat je van wel heel veel wilskracht voorzien moet zijn wil je het volhouden: van negen tot twaalf wordt al snel van negen tot die leuke film op TV komt, en voor je het weet steek je in je studie net zoveel tijd als een verstrooide parttime receptioniste besteedt aan puntenslijpen. En zij heeft nog het voordeel dat ze niet met een schuldgevoel in drie dagen voor een examen alle stof moet inhalen.
2. Ga naar lezingen, borrels en andere sociale activiteiten in de buurt van je universiteit als die gerelateerd kunnen worden aan je studie. Voor je het weet ontmoet je je aanstaande (PhD-begeleider) en bediscussieer je beurzen onder het genot van een fles door de Dean betaalde crisp, cool, fragrant Chardonnay. (True story.)
3. Lees meer dan nodig is. Als je toch veertig uur de tijd hebt kan je altijd de extra stof lezen, terwijl de andere studenten zich nog eens lekker in hun bed omdraaien en... Wacht. Ja, wilskracht is vereist, maar jij hebt de avond vrij, zij niet.
4. Op de redelijk interessante, maar de laatste tijd minder actieve blog Study Hacks staan een aantal goede artikelen die kunnen helpen als je je na het lezen van bovenstaande tips nog steeds afvraagt hoe het toch mogelijk is dat sommige mensen altijd meer tijd lijken te hebben, of gestructureerder zijn. Mijn favoriete artikelen zijn:
Je wordt veel georganiseerder als je gebruik maakt van het volgende.
Dit had je zelf ook al bedacht, maar op de een of andere manier paste je het nooit toe.
Dit helpt als je bang bent dat je je ware passie nog niet gevonden hebt.
dinsdag 30 november 2010
Een Epische Queeste (en een aantal Dates)
De keuze om een PhD te gaan doen werd uitgebreid bevestigd toen ik voor een conferentie in mijn vakgebied naar Montreal, Canada gevlogen ben. Want wat zijn die filosofen toch een leuke mensen. En wat zijn de lezingen stimulerend. Maar helaas, het is niet genoeg om hard "Ik wil" te roepen. Je moet ook een leuke partner hebben: de universiteit waar je die PhD doet. Wat zoekt men in een partner? Betrouwbaarheid, intelligentie, wijsheid? Veel geld? Op de conferentie was het een ware vrijgezellenbar, en het is dus zaak maar snel te bedenken wat je wil. Cambridge, Harvard, de London School of Economics, de University of British Colombia, de Universiteit Leiden?
En deze analogie houdt niet op. Je gooit namelijk veel geld tegen je eerste date aan (honderd dollar 'ik ga je sollicitatiebrief lezen'-kosten) en moet door een heel uitgebreide bureaucratische molen heen. Voormalige partners moeten in brief met superlatieven aangeven hoe enthousiast ze wel niet van je worden, je CV moet weer eens flink worden opgepoetst, als je geluk hebt komt er een tweede date: het sollicitatiegesprek. Kortom: niet alleen de Jabberwock, maar ook de Jubjub bird en Bandersnatch moeten worden bevochten.
En als je tweede date dan ook goed gaat, en je in het PhD-bootje treedt door een combinatie van geluk en vriendjespolitiek (oke, en een beetje kwaliteit van jouw kant) ben je er nog niet. Hier houdt mijn analogie op en gaat die over in een beklemmend gevoel van een naderende Grote Uitdaging. Hoewel de Amerikaanse PhD-posities nog wel voorzien zijn van een klein zakje geld (net genoeg om in leven te blijven, hahaha, zei een vriendelijke Canadese professor mij, maar ik kon hier de humor niet van inzien) hebben de Britse PhD-studenten het enorm lastig. Zij moeten door een combinatie van het uitknijpen van hun thuisland, het toepassen van wreed ellebogenwerk onder medestudenten en het lesgeven aan bachelorstudenten proberen om genoeg binnen te krijgen voor de volgende boterham. Dat die PhD-studenten nog tijd overhouden voor het doen van onderzoek is een groot wonder.
De komende weken volgt dus een verslag van een epische Queeste naar, ten eerste, een leuke Partner, en ten tweede, het Grote Geld.
En deze analogie houdt niet op. Je gooit namelijk veel geld tegen je eerste date aan (honderd dollar 'ik ga je sollicitatiebrief lezen'-kosten) en moet door een heel uitgebreide bureaucratische molen heen. Voormalige partners moeten in brief met superlatieven aangeven hoe enthousiast ze wel niet van je worden, je CV moet weer eens flink worden opgepoetst, als je geluk hebt komt er een tweede date: het sollicitatiegesprek. Kortom: niet alleen de Jabberwock, maar ook de Jubjub bird en Bandersnatch moeten worden bevochten.
En als je tweede date dan ook goed gaat, en je in het PhD-bootje treedt door een combinatie van geluk en vriendjespolitiek (oke, en een beetje kwaliteit van jouw kant) ben je er nog niet. Hier houdt mijn analogie op en gaat die over in een beklemmend gevoel van een naderende Grote Uitdaging. Hoewel de Amerikaanse PhD-posities nog wel voorzien zijn van een klein zakje geld (net genoeg om in leven te blijven, hahaha, zei een vriendelijke Canadese professor mij, maar ik kon hier de humor niet van inzien) hebben de Britse PhD-studenten het enorm lastig. Zij moeten door een combinatie van het uitknijpen van hun thuisland, het toepassen van wreed ellebogenwerk onder medestudenten en het lesgeven aan bachelorstudenten proberen om genoeg binnen te krijgen voor de volgende boterham. Dat die PhD-studenten nog tijd overhouden voor het doen van onderzoek is een groot wonder.
De komende weken volgt dus een verslag van een epische Queeste naar, ten eerste, een leuke Partner, en ten tweede, het Grote Geld.
vrijdag 19 november 2010
Over Toeval en Fanatieke Zonderlingen
Eind 2005 besloot ik dat ik wel eens een college Filosofie wilde gaan volgen. Het klonk namelijk allemaal reuze interessant, dat Filosoferen, maar om er een boek over open te slaan was natuurlijk wel veel moeite. Met een college kan je lekker luisteren en een beetje interactie hebben met andere mensen over een onderwerp, veel makkelijker dan het lezen van non-fictie (dat is toch de reden dat we allemaal documentaires kijken, niet?). Ik klikte dus online op een paar opties en besloot dat Antieke Wijsbegeerte me wel aansprak. Je weet wel, Plato, Aristoteles, dat soort Wijze Lessen. En, nu ik toch bezig was, wilde ik ook wel een vak dat een ander gat in mijn rooster opvulde (want he, zo ben ik nu eenmaal). Dat was het vak met de onbegrijpelijke titel 'Epistemologie en wetenschapsfilosofie I'. Om eerlijk te zijn klonk de beschrijving op dat moment een beetje saai - waarschijnlijk omdat ik de helft er niet van begreep.
Bleek het eigenlijk een heel leuk vak te zijn. Veel meer dan die stoffige Socrates. Iedere woensdag keek ik uit naar een lang hoorcollege en ik las de artikelen met veel plezier. Ik deed zelfs het tweede deel van het vak en ik zat op de voorste rij en stelde vragen (stuud). Blijkt dat een geweldig idee te zijn geweest! Na een bepaald college kwam de docent op mij af om te vragen of ik mee wilde doen aan een speciaal college voor goede studenten. Ik zei ja (stuud), en voor ik het wist deed ik een minor wetenschapsfilosofie en een master over hetzelfde onderwerp. Nog erger, door dat per ongeluk klikken op een vak met een onbegrijpelijke titel dronk ik vanochtend koffie met een zeer vriendelijke professor van een redelijk beroemde Britse universiteit over mijn toekomstplannen. Blijkt dat ik per ongeluk precies de goede achtergrond heb. Het voelt voor mij nog steeds als meer geluk dan wijsheid, maar volgens mij is er een les uit te trekken.
Wat wisten die docent en die professor namelijk van mij? Op het eerste gezicht lijkt dat heel weinig. Beiden hadden me alleen maar horen praten (en we weten allemaal dat ik dat sowieso wel heel veel doe, niet altijd even inhoudelijk) en dat is niet het belangrijkste element voor Degelijk Onderzoek met Toekomstperspectieven. De professor van vanochtend had me niet eens ontmoet in college - hij had alleen maar van horen zeggen dat ik in een interessant programma zat en wilde al koffie drinken voordat ik heel ijverig mijn CV opstuurde.
Ik vond deze interesse allemaal zeer dubieus, tot ik mij een gulden regel herinnerde die ik heb opgedaan tijdens mijn tijd als bestuur van een studentenorganisatie: als je enthousiasme toont, laat zien dat je graag wil meedoen, dan zijn mensen ontzettend blij en willen je graag helpen. Als eerstejaars dacht ik altijd dat die Grote Studenten allemaal geen enkele interesse in je hadden (want he, daar zijn ze Grote Studenten voor). Eenmaal wat verder in mijn studie kwam ik erachter, toen ik zelf mensen zocht voor posities in commissies en als vrijwilligers, dat mensen die interesse tonen zo schaars zijn dat je tevreden bent met de meest fanatieke zonderlingen (ik noem geen namen) als ze maar een beetje initiatief tonen. Ik heb daarom nu de volgende hypothese: het gaat in verder komen in de Wereld van de Grote Academici ook zo. Initiatief tonen - om welke zonderlinge reden dan ook - is een goede en misschien zelfs doorslaggevende eigenschap voor iedereen die meer wil. Wat zijn jullie ideeen hierover?
Bleek het eigenlijk een heel leuk vak te zijn. Veel meer dan die stoffige Socrates. Iedere woensdag keek ik uit naar een lang hoorcollege en ik las de artikelen met veel plezier. Ik deed zelfs het tweede deel van het vak en ik zat op de voorste rij en stelde vragen (stuud). Blijkt dat een geweldig idee te zijn geweest! Na een bepaald college kwam de docent op mij af om te vragen of ik mee wilde doen aan een speciaal college voor goede studenten. Ik zei ja (stuud), en voor ik het wist deed ik een minor wetenschapsfilosofie en een master over hetzelfde onderwerp. Nog erger, door dat per ongeluk klikken op een vak met een onbegrijpelijke titel dronk ik vanochtend koffie met een zeer vriendelijke professor van een redelijk beroemde Britse universiteit over mijn toekomstplannen. Blijkt dat ik per ongeluk precies de goede achtergrond heb. Het voelt voor mij nog steeds als meer geluk dan wijsheid, maar volgens mij is er een les uit te trekken.
Wat wisten die docent en die professor namelijk van mij? Op het eerste gezicht lijkt dat heel weinig. Beiden hadden me alleen maar horen praten (en we weten allemaal dat ik dat sowieso wel heel veel doe, niet altijd even inhoudelijk) en dat is niet het belangrijkste element voor Degelijk Onderzoek met Toekomstperspectieven. De professor van vanochtend had me niet eens ontmoet in college - hij had alleen maar van horen zeggen dat ik in een interessant programma zat en wilde al koffie drinken voordat ik heel ijverig mijn CV opstuurde.
Ik vond deze interesse allemaal zeer dubieus, tot ik mij een gulden regel herinnerde die ik heb opgedaan tijdens mijn tijd als bestuur van een studentenorganisatie: als je enthousiasme toont, laat zien dat je graag wil meedoen, dan zijn mensen ontzettend blij en willen je graag helpen. Als eerstejaars dacht ik altijd dat die Grote Studenten allemaal geen enkele interesse in je hadden (want he, daar zijn ze Grote Studenten voor). Eenmaal wat verder in mijn studie kwam ik erachter, toen ik zelf mensen zocht voor posities in commissies en als vrijwilligers, dat mensen die interesse tonen zo schaars zijn dat je tevreden bent met de meest fanatieke zonderlingen (ik noem geen namen) als ze maar een beetje initiatief tonen. Ik heb daarom nu de volgende hypothese: het gaat in verder komen in de Wereld van de Grote Academici ook zo. Initiatief tonen - om welke zonderlinge reden dan ook - is een goede en misschien zelfs doorslaggevende eigenschap voor iedereen die meer wil. Wat zijn jullie ideeen hierover?
maandag 25 oktober 2010
I do
Toen ik elf was vond ik school heel leuk, vooral de werkstukken. Je weet wel, van die nog zelf netjes uitgeschreven verhandelingen over een exotische bestemming (Duitsland), netjes door je moeder op haar werk gebundeld en met uitgeknipte plaatjes op de voorkant. Je sloeg een dikke kinderencyclopedie open en las dan over Shakespeare, de Reformatie, of, als je met een ander kind werd ingedeeld, auto's. Ik vond schrijven zo leuk dat ik dat jaar tijdens de vakantie besloot ook een werkstuk te schrijven, dit keer over (I kid you not) "De rol van de slang in de literatuur", een geheel zelf bedacht onderwerp. Ik had kunnen weten dat het vanaf dat punt allemaal de verkeerde kant op zou gaan.
Vanochtend waarschuwde een kantoorgenoot nog dat ik vooral niet moest gaan promoveren. (Hij is zelf PhD-student en als we dit stripje moeten geloven is dat genoeg om je voor eeuwig van de wonderlijke academische wereld te doen gruwen). Ik luisterde niet. Mijn gedachten dwaalden af naar een zeer plechtige ceremonie die ik een paar maanden geleden had bijgewoond. Gekleed in rokkostuum stond een nerveuze jongeman voor een zeer deftig kijkende grijze man die hem een levensingrijpende vraag stelde. Als muurbloempje zat zijn geliefde op de eerste rij te kijken naar hoe hij met de wetenschap verknocht raakte. De belangrijkste dag uit zijn leven? Zijn promotie.
Ja, door mijn hoofd ging, toen me deze academische lijdensweg werd afgeraden, maar één gedachte: "Ik wil!" Want wat kan een veel te leergierig meisje, bijna dertien jaar later, beter doen dan promoveren?
Vanochtend waarschuwde een kantoorgenoot nog dat ik vooral niet moest gaan promoveren. (Hij is zelf PhD-student en als we dit stripje moeten geloven is dat genoeg om je voor eeuwig van de wonderlijke academische wereld te doen gruwen). Ik luisterde niet. Mijn gedachten dwaalden af naar een zeer plechtige ceremonie die ik een paar maanden geleden had bijgewoond. Gekleed in rokkostuum stond een nerveuze jongeman voor een zeer deftig kijkende grijze man die hem een levensingrijpende vraag stelde. Als muurbloempje zat zijn geliefde op de eerste rij te kijken naar hoe hij met de wetenschap verknocht raakte. De belangrijkste dag uit zijn leven? Zijn promotie.
Ja, door mijn hoofd ging, toen me deze academische lijdensweg werd afgeraden, maar één gedachte: "Ik wil!" Want wat kan een veel te leergierig meisje, bijna dertien jaar later, beter doen dan promoveren?
donderdag 21 oktober 2010
Donderdagen zijn bijzonder
Ik kwam er vanochtend achter dat ik nu al drie weken hetzelfde ritueel aanhoud. Ik sta op om half negen, kleed me aan, ontbijt met een stuk toast en sinaasappelsap, neem de bus om half tien en haal om tien uur sta ik in de rij voor een "Coffe, Sugar, 60p" van de Oost-Europese barrista's hier op de campus. Dan begin ik met mijn leeswerk voor de dag (ok, de stripjes en de e-mails eerst). Op maandag, woensdag en donderdag ga ik om twaalf uur naar college, elke dag ga ik zo rond een uur lunchen. Tot slot ga ik om vijf uur naar huis.
Maar donderdagen zijn bijzonder. Mijn lichaam merkt dat en om drie uur bereikt mijn bloedsuikerspiegel een dieptepunt. Dan wil ik weer Oost-Europees slootwater (ok, en zo'n verdacht lekkere brownie). Dan lees ik door tot zes uur 's avonds, ga ik naar college tot half acht, en 's avonds met mijn medestudenten naar de kroeg. (Gezien het nut van dit college durf ik te betwijfelen of ik zou gaan als mijn medestudenten niet gezellig waren.)
Wat is ook al weer het verschil tussen ritueel en sleur?
Maar donderdagen zijn bijzonder. Mijn lichaam merkt dat en om drie uur bereikt mijn bloedsuikerspiegel een dieptepunt. Dan wil ik weer Oost-Europees slootwater (ok, en zo'n verdacht lekkere brownie). Dan lees ik door tot zes uur 's avonds, ga ik naar college tot half acht, en 's avonds met mijn medestudenten naar de kroeg. (Gezien het nut van dit college durf ik te betwijfelen of ik zou gaan als mijn medestudenten niet gezellig waren.)
Wat is ook al weer het verschil tussen ritueel en sleur?
woensdag 20 oktober 2010
Mompel Mompel
Het is alweer een tijdje geleden dat ik geblogd heb. Sorry, lieve lezers, maar er is dan ook zoveel gebeurd! Een paar kleine anekdotes om jullie bij te praten.
Miklos
Tijdens college sprak een vreemde oude man mij aan, die zomaar veel te vroeg achterin in de zaal zat. Uit Nederland ben ik eraan gewend dat er wel vaker gepensioeneerden de collegezaal bezoeken (soms heel intelligent, soms een beetje dom) dus ik was erg vriendelijk en begripvol. Ik stelde me voor, en hij stelde zichzelf voor als Mompel Mompel. Ik vroeg maar niet nog een keer wat voor naam dat precies was (je weet maar nooit met oude mensen). Vervolgens vroeg hij wat ik voor onderzoek deed en ik vertelde dat ik nog zoekende was. Bood hij me aan om een keer te praten over een onderwerp! Toen iemand uit de zaal hem later aansprak als Miklos was ik in twijfel genoeg om hem maar even te googlen. Bleek hij een van de meest beroemde philosophers of physics te zijn... Om een lang verhaal kort te maken zat ik dus de volgende middag bij hem op de koffie en kreeg ik een hele waslijst aan nieuwe onderwerpen toegeschoven. Hoera!
Nancy
Door deze triomf vrolijk gemaakt sprak ik dus maar de eerste de beste volgende Beroemde Filosoof zelf aan, Nancy. Nadat ze eerst een tijdje over de positie van vrouwen in de wetenschapsfilosofie had gepraat (want dat blijkt dus heel moeilijk te zijn) had ik mijn weg naar binnen uitgestippeld en vroeg ik haar om een persoonlijk gesprek. Weer een theeafspraak, weer een waslijst aan artikelen! In deze netwerkfrenzy terecht gekomen draaide ik als een ongeleid projektiel door, met als resultaat niet alleen een aantal nieuwe tekeningen in mijn 'deze mensen heb ik ontmoet'-boekje, maar ook een toezegging de Tea & Cake Get Together 'buns and cakes' te verzorgen.
Yorick
Het hoogtepunt deze week was echter mijn eigen beroemde striptekenaar. Yorick kwam afgelopen vrijdag langs en bleef tot dinsdagochtend vroeg. We zijn naar de dino's in het National History Museum geweest en we hebben fish & chips gegeten! En kijk eens hoe stoer hij deze Dalek heeft bevochten?
Miklos
Tijdens college sprak een vreemde oude man mij aan, die zomaar veel te vroeg achterin in de zaal zat. Uit Nederland ben ik eraan gewend dat er wel vaker gepensioeneerden de collegezaal bezoeken (soms heel intelligent, soms een beetje dom) dus ik was erg vriendelijk en begripvol. Ik stelde me voor, en hij stelde zichzelf voor als Mompel Mompel. Ik vroeg maar niet nog een keer wat voor naam dat precies was (je weet maar nooit met oude mensen). Vervolgens vroeg hij wat ik voor onderzoek deed en ik vertelde dat ik nog zoekende was. Bood hij me aan om een keer te praten over een onderwerp! Toen iemand uit de zaal hem later aansprak als Miklos was ik in twijfel genoeg om hem maar even te googlen. Bleek hij een van de meest beroemde philosophers of physics te zijn... Om een lang verhaal kort te maken zat ik dus de volgende middag bij hem op de koffie en kreeg ik een hele waslijst aan nieuwe onderwerpen toegeschoven. Hoera!
Nancy
Door deze triomf vrolijk gemaakt sprak ik dus maar de eerste de beste volgende Beroemde Filosoof zelf aan, Nancy. Nadat ze eerst een tijdje over de positie van vrouwen in de wetenschapsfilosofie had gepraat (want dat blijkt dus heel moeilijk te zijn) had ik mijn weg naar binnen uitgestippeld en vroeg ik haar om een persoonlijk gesprek. Weer een theeafspraak, weer een waslijst aan artikelen! In deze netwerkfrenzy terecht gekomen draaide ik als een ongeleid projektiel door, met als resultaat niet alleen een aantal nieuwe tekeningen in mijn 'deze mensen heb ik ontmoet'-boekje, maar ook een toezegging de Tea & Cake Get Together 'buns and cakes' te verzorgen.
Yorick
Het hoogtepunt deze week was echter mijn eigen beroemde striptekenaar. Yorick kwam afgelopen vrijdag langs en bleef tot dinsdagochtend vroeg. We zijn naar de dino's in het National History Museum geweest en we hebben fish & chips gegeten! En kijk eens hoe stoer hij deze Dalek heeft bevochten?
woensdag 13 oktober 2010
Wederhoor (Twee waargebeurde fabels)
1. De wetenschapper en de filosofen
Roger Penrose gaf ooit een lezing voor een filosofisch instituut in Londen. Omdat hij zo'n gerespecteerd wetenschapper was kwamen er van heinde en verre mensen naar toe, tot de hele zaal vol filosofen zat. Penrose was op dat moment bezig met een nieuwe theorie in de mathematische fysica, die voortborduurde op de algemene relativiteitstheorie. Het leek hem een goed idee om zijn lezing daar over te houden, en dus trakteerde hij de zaal op een bord vol tensoren. Deze kleine overschatting van de wiskundige vaardigheid van zijn publiek leidde ertoe dat de hele zaal, inclusief de voorzitter, al na de eerste minuut niet meer wist waar Penrose over stond te mompelen. De wetenschapper, in zichzelf gekeerd, had niets door en maakte zijn volle uur vol. De filosofen, uit respect voor deze geleerde man, durfden niet te onderbreken. Je kan je de pijnlijke stilte voorstellen die viel toen het tijd werd voor vragen. Alle ogen gingen naar de voorzitter. Die deed zijn mond open, en uit pure wanhoop riep hij maar uit: "Ja, dat lijkt me typisch Kantiaans!" De hele zaal haalde opgelucht adem en begon blij over Kant te discussiëren.
2. De wetenschapper en de postmodernisten
Tijdens de jaren '90 van de vorige eeuw was er een wilde discussie gaande tussen de wetenschappelijk realisten en de postmodernisten. Een belangrijk postmodernistisch blad, Social Text, publiceerde een editie speciaal gewijd aan dit debat. Ook een natuurkundige, Alan Sokal, stuurde een artikel in, getiteld “Transgressing the Boundaries: Towards a Transformative Hermeneutics of Quantum Gravity”. Dit artikel beargumenteerde dat quantum gravity een taalkundig construct is en dat quantummechanica postmodernistische kritiek op de wetenschappelijke objectiviteit ondersteunt. Gelijktijdig met de publicatie van de speciale editie verscheen er in een ander tijdscrift, Lingua Franca, een artikel van dezelfde Sokal, waarin hij toegaf dat zijn Science Wars-artikel een experiment was om te zien hoe ver een academisch tijdscrift kon gaan. Sommige postmodernisten riepen uit dat ze dit de hele tijd al wisten, maar het toch maar hadden gepubliceerd omdat het artikel onbedoeld vol waarheden had gezeten.
(Bronnen: Science Wars op Wikipedia en een discussie tijdens de Wednesday Tea and Cake Get-Together van vanmiddag)
Roger Penrose gaf ooit een lezing voor een filosofisch instituut in Londen. Omdat hij zo'n gerespecteerd wetenschapper was kwamen er van heinde en verre mensen naar toe, tot de hele zaal vol filosofen zat. Penrose was op dat moment bezig met een nieuwe theorie in de mathematische fysica, die voortborduurde op de algemene relativiteitstheorie. Het leek hem een goed idee om zijn lezing daar over te houden, en dus trakteerde hij de zaal op een bord vol tensoren. Deze kleine overschatting van de wiskundige vaardigheid van zijn publiek leidde ertoe dat de hele zaal, inclusief de voorzitter, al na de eerste minuut niet meer wist waar Penrose over stond te mompelen. De wetenschapper, in zichzelf gekeerd, had niets door en maakte zijn volle uur vol. De filosofen, uit respect voor deze geleerde man, durfden niet te onderbreken. Je kan je de pijnlijke stilte voorstellen die viel toen het tijd werd voor vragen. Alle ogen gingen naar de voorzitter. Die deed zijn mond open, en uit pure wanhoop riep hij maar uit: "Ja, dat lijkt me typisch Kantiaans!" De hele zaal haalde opgelucht adem en begon blij over Kant te discussiëren.
2. De wetenschapper en de postmodernisten
Tijdens de jaren '90 van de vorige eeuw was er een wilde discussie gaande tussen de wetenschappelijk realisten en de postmodernisten. Een belangrijk postmodernistisch blad, Social Text, publiceerde een editie speciaal gewijd aan dit debat. Ook een natuurkundige, Alan Sokal, stuurde een artikel in, getiteld “Transgressing the Boundaries: Towards a Transformative Hermeneutics of Quantum Gravity”. Dit artikel beargumenteerde dat quantum gravity een taalkundig construct is en dat quantummechanica postmodernistische kritiek op de wetenschappelijke objectiviteit ondersteunt. Gelijktijdig met de publicatie van de speciale editie verscheen er in een ander tijdscrift, Lingua Franca, een artikel van dezelfde Sokal, waarin hij toegaf dat zijn Science Wars-artikel een experiment was om te zien hoe ver een academisch tijdscrift kon gaan. Sommige postmodernisten riepen uit dat ze dit de hele tijd al wisten, maar het toch maar hadden gepubliceerd omdat het artikel onbedoeld vol waarheden had gezeten.
(Bronnen: Science Wars op Wikipedia en een discussie tijdens de Wednesday Tea and Cake Get-Together van vanmiddag)
zaterdag 9 oktober 2010
Voor mijn visueel ingestelde fans (2)
There's no place like London
Dat was het dan: de eerste week studeren. Ik heb 200 pagina's filosofie doorgewerkt en drie hoorcolleges (soort lezingen) en twee werkcolleges (soort discussiegroepjes) gevolgd. Ik zat achter mijn luxe bureau met wijds uitzicht, of in de moderne, lichte bibliotheek tussen de boeken, of in één van de prachtige Art Noveau-collegezalen. Nu ben ik zo iemand die zich aan het eind van de vrijdagmiddag afvraagt of ze wel genoeg gedaan heeft. Had ik niet minder thee moeten drinken en meer moeten lezen? Had ik niet veel lastigere stof door kunnen worstelen als ik minder met medestudenten had geluncht? Had ik ondertussen niet al expert kunnen zijn op het gebied van Wittgenstein's Tractatus als ik niet met collega's naar de kroeg was gegaan?
Gelukkig zit er in mijn achterhoofd een zeer nuttig relativerend stemmetje dat uitroept: nee! Haar stelling is: liever iedere avond in de kroeg met collega's dan iedere avond in de bieb met Ludwig, Karl en Paul. Liever ook eens thee met Mr. T dan alsmaar repeteren met Roger, Rudolf en René.
Heeft ze gelijk? Tijd voor een voorbeeld ter ondersteuning van deze stelling. In Nederland had ik ooit een gesprek met PhD-student D. die voor zijn masterscriptie in het buitenland was geweest. Hij bevond zich drie maanden lang in Cambridge. Hij bekende dat hij nooit zoveel voor elkaar had gekregen als daar. Drie maanden lang had hij zich in de bibliotheek opgesloten om zoveel mogelijk te lezen. 's Avonds laat keerde hij terug naar zijn kamer, bij een gastgezin, 's ochtends vroeg vertrok hij weer naar zijn boeken. Ongetwijfeld deed hij drie keer zoveel als ik. Maar is dat waar je buitenlandverblijf om draait, een soort kluizenaarsbestaan tussen net iets luxere boekenplanken? Waarom was deze persoon eigenlijk in Cambridge? Het stemmetje denkt dat hij net zo goed in de bibliotheek van Wormerveer had kunnen zitten. (Inmiddels heeft hij zijn PhD afgerond en is het heel lastig voor hem om een nieuwe baan te vinden. Vind je het gek, zegt het stemmetje. Niemand heeft hem gezien!)
Een vriend van mij pakte zijn buitenlandverblijf heel anders aan. Als een waar netwerkkanon besteedde hij zijn drie maanden niet alleen aan colleges en onderzoek, maar ging hij ook naar elk faculteitsfeestje. Inmiddels is zijn bezoek daar met een jaar verlengd en is hij hard op weg om een Grootsch Onderzoeker te worden. Dat had hij niet in Wormerveer voor elkaar gekregen, daarvoor moet je bier drinken met buitenlandse brainiacs. Let wel, ik denk niet dat je niets moet uitvoeren en het op je mooie gezichtje kan redden. Maar ik denk dat een goed gesprek onder het genot van een Guinness best wel eens het verschil zou kunnen maken tussen een academisch sink or swim.
Gister hoorde ik dat familieleden zich afvragen wat ik eigenlijk in Londen doe. Het antwoord: niet alleen dikke boeken lezen, maar ook af en toe naar de kroeg aan de overkant om de auteurs in het echt te spreken.
Gelukkig zit er in mijn achterhoofd een zeer nuttig relativerend stemmetje dat uitroept: nee! Haar stelling is: liever iedere avond in de kroeg met collega's dan iedere avond in de bieb met Ludwig, Karl en Paul. Liever ook eens thee met Mr. T dan alsmaar repeteren met Roger, Rudolf en René.
Heeft ze gelijk? Tijd voor een voorbeeld ter ondersteuning van deze stelling. In Nederland had ik ooit een gesprek met PhD-student D. die voor zijn masterscriptie in het buitenland was geweest. Hij bevond zich drie maanden lang in Cambridge. Hij bekende dat hij nooit zoveel voor elkaar had gekregen als daar. Drie maanden lang had hij zich in de bibliotheek opgesloten om zoveel mogelijk te lezen. 's Avonds laat keerde hij terug naar zijn kamer, bij een gastgezin, 's ochtends vroeg vertrok hij weer naar zijn boeken. Ongetwijfeld deed hij drie keer zoveel als ik. Maar is dat waar je buitenlandverblijf om draait, een soort kluizenaarsbestaan tussen net iets luxere boekenplanken? Waarom was deze persoon eigenlijk in Cambridge? Het stemmetje denkt dat hij net zo goed in de bibliotheek van Wormerveer had kunnen zitten. (Inmiddels heeft hij zijn PhD afgerond en is het heel lastig voor hem om een nieuwe baan te vinden. Vind je het gek, zegt het stemmetje. Niemand heeft hem gezien!)
Een vriend van mij pakte zijn buitenlandverblijf heel anders aan. Als een waar netwerkkanon besteedde hij zijn drie maanden niet alleen aan colleges en onderzoek, maar ging hij ook naar elk faculteitsfeestje. Inmiddels is zijn bezoek daar met een jaar verlengd en is hij hard op weg om een Grootsch Onderzoeker te worden. Dat had hij niet in Wormerveer voor elkaar gekregen, daarvoor moet je bier drinken met buitenlandse brainiacs. Let wel, ik denk niet dat je niets moet uitvoeren en het op je mooie gezichtje kan redden. Maar ik denk dat een goed gesprek onder het genot van een Guinness best wel eens het verschil zou kunnen maken tussen een academisch sink or swim.
Gister hoorde ik dat familieleden zich afvragen wat ik eigenlijk in Londen doe. Het antwoord: niet alleen dikke boeken lezen, maar ook af en toe naar de kroeg aan de overkant om de auteurs in het echt te spreken.
woensdag 6 oktober 2010
Tea with Mr. T
"The event somewhat resembles an open house. After entering, you will be ushered into the living room which, for the occasion, will resemble a doctor's waiting room, with chairs arranged in a circle. On them will be seated an array of relatives interspersed with the odd friend and neighbour. The relatives will welcome you to what at first appears to be a group therapy session, with all the appeal thereof. (...) During [the] enlightening and captivating conversation, you will have ample opportunity to compile your next day's shopping list." (The Birthday Party. In: The UnDutchables, White Boucke Publishing, 2006).
In The UnDutchables staan veel wijze woorden, maar de beschrijving van hoe het er aan toe gaat op een typische Hollandsche verjaardag vind ik het meest treffend. Voor de duidelijkheid: dat mis ik dus niet, dat summum van kleffe toastjes met haring en die verplichte fles rosé die tante Toos er doorheen jaagt om vervolgens eens lekker over haar man / haar zere knie / homoseksuelen te klagen.
Een veel gezonder alternatief is de Wednesday Tea and Cake Get-Together van het Centre waar ik onderzoek doe. Dit wekelijks evenement wordt georganiseerd door een zeer flamboyante lange Brit, die door sommigen liefkozend Mr. T genoemd wordt. Hij is part-time wetenschapsfilosoof, part-time docent, en elke woensdag verruilt hij zijn natuurkundelokaal elders in Londen om weer eens bij zijn buddies van het Centre langs te gaan met een taartje en een praatje.
In niets haalt de gemiddelde verjaardag het hierbij, maar zeker niet wat betreft gespreksonderwerpen. In plaats van het over de Neerlandse politiek en die gezonde xenofobe impuls van Geert te hebben hadden we het namelijk onder andere over:
- wat Richard Feynman ook al weer deed met de kluisjes op Los Alamos
- of het hebben van een Nobelprijswinnaar aan je universiteit het onderwijs op je universiteit verbetert
- hoe het nu eigenlijk kan dat een tafel niet kan denken
- in hoeverre de architecturele majestiek van Londen afleidt bij het doen van je onderzoek
Precies mijn cup of tea dus. Volgende keer neem ik de taart mee.
In The UnDutchables staan veel wijze woorden, maar de beschrijving van hoe het er aan toe gaat op een typische Hollandsche verjaardag vind ik het meest treffend. Voor de duidelijkheid: dat mis ik dus niet, dat summum van kleffe toastjes met haring en die verplichte fles rosé die tante Toos er doorheen jaagt om vervolgens eens lekker over haar man / haar zere knie / homoseksuelen te klagen.
Een veel gezonder alternatief is de Wednesday Tea and Cake Get-Together van het Centre waar ik onderzoek doe. Dit wekelijks evenement wordt georganiseerd door een zeer flamboyante lange Brit, die door sommigen liefkozend Mr. T genoemd wordt. Hij is part-time wetenschapsfilosoof, part-time docent, en elke woensdag verruilt hij zijn natuurkundelokaal elders in Londen om weer eens bij zijn buddies van het Centre langs te gaan met een taartje en een praatje.
In niets haalt de gemiddelde verjaardag het hierbij, maar zeker niet wat betreft gespreksonderwerpen. In plaats van het over de Neerlandse politiek en die gezonde xenofobe impuls van Geert te hebben hadden we het namelijk onder andere over:
- wat Richard Feynman ook al weer deed met de kluisjes op Los Alamos
- of het hebben van een Nobelprijswinnaar aan je universiteit het onderwijs op je universiteit verbetert
- hoe het nu eigenlijk kan dat een tafel niet kan denken
- in hoeverre de architecturele majestiek van Londen afleidt bij het doen van je onderzoek
Precies mijn cup of tea dus. Volgende keer neem ik de taart mee.
dinsdag 5 oktober 2010
All I know is that I know nothing
Gisteren had ik mijn eerste college, philosophy of physics. Hierin wordt een kort overzicht behandeld van de meest prangende filosofische kwesties op het gebied van grote natuurkundige onderwerpen als relativiteitstheorie, quantummechanica en statistische mechanica. Er wordt geen kennis van natuurkunde voorondersteld (het blijft puur conceptueel), en eigenlijk ook geen kennis van filosofie (het is het eerste college voor veel nieuwe masterstudenten). In principe heb ik hier geen probleem mee (sterker nog, als ik iets weet is het wel dat ik helemaal niets weet). Het trekt alleen wel het volgende soort opmerkingen aan:
M., net afgestudeerd Kroatisch natuurkundige met een interesse zowel kerkmuziek als de verschillende interpretaties van de quantummechanica: "Ja, ik wilde eigenlijk gelijk een PhD over dat onderwerp doen, maar ze lieten me niet toe! Ze zeiden dat ik eerst een master wetenschapsfilosofie moest doen! Belachelijk, ik heb al een achtergrond in wetenschapsfilosofie. Ik heb toch zeker twee vakken over dat onderwerp gedaan in de bachelor."
Of J., Canadees IPod-applet-ontwikkelaar: "Oh, dat klinkt leuk! Veel mensen denken dat ik geen achtergrond in natuurwetenschap heb, maar dat is natuurlijk onzin. Ik heb drie vakken over natuurwetenschap gedaan op de universiteit: wetenschapsgeschiedenis, technologie in de Grieks-Romeinse tijd en Inleiding tot Natuurwetenschap."
Morgen heb ik mijn tweede vak, Rationality and Choice, dat gaat over problemen binnen de sociale wetenschappen (zoals bijvoorbeeld economie en sociologie). Het zal voor mij wel een makkie worden: ik heb in de derde klas een heel jaar Economie gehad van mijnheer Boukris.
M., net afgestudeerd Kroatisch natuurkundige met een interesse zowel kerkmuziek als de verschillende interpretaties van de quantummechanica: "Ja, ik wilde eigenlijk gelijk een PhD over dat onderwerp doen, maar ze lieten me niet toe! Ze zeiden dat ik eerst een master wetenschapsfilosofie moest doen! Belachelijk, ik heb al een achtergrond in wetenschapsfilosofie. Ik heb toch zeker twee vakken over dat onderwerp gedaan in de bachelor."
Of J., Canadees IPod-applet-ontwikkelaar: "Oh, dat klinkt leuk! Veel mensen denken dat ik geen achtergrond in natuurwetenschap heb, maar dat is natuurlijk onzin. Ik heb drie vakken over natuurwetenschap gedaan op de universiteit: wetenschapsgeschiedenis, technologie in de Grieks-Romeinse tijd en Inleiding tot Natuurwetenschap."
Morgen heb ik mijn tweede vak, Rationality and Choice, dat gaat over problemen binnen de sociale wetenschappen (zoals bijvoorbeeld economie en sociologie). Het zal voor mij wel een makkie worden: ik heb in de derde klas een heel jaar Economie gehad van mijnheer Boukris.
zondag 3 oktober 2010
Vooraankondiging
Het is zover: ik heb mijn vliegtickets naar Canada geboekt! Ik vond het zonde om alleen tijdens de conferentie in Montreal te zijn, dus kom ik al een paar dagen eerder aan. Ik vind dit vooral heel spannend omdat ik (opnieuw) alleen naar een land ga. In Londen had ik nog het voordeel bij een paar mensen in huis te komen die ik al een keer ontmoet had, maar dit keer ken ik helemaal niemand. Pas op de conferentie zie ik een paar bekende gezichten.
Er zijn mijns inziens een paar dingen die je zeker moet doen als je ergens alleen aankomt: zo heb ik een kamer geboekt in een gemengde slaapzaal van een hostel. Dat heeft als voordeel dat het een stuk goedkoper is, maar ook dat je gedwongen mensen leert kennen. Terwijl de gemiddelde filosoof komende november alleen op een kamer zit à 150 dollar per nacht, heb ik op ongeveer 500 m afstand een kamer à 15 dollar per nacht midden in de Latin-wijk. Daarnaast heb ik nu al een digitale versie van de Lonely Planet-gids voor Montreal gedownload op mijn telefoon - daar staan tips zat in over hoe ik me moet vermaken!
Dit is dus alvast een vooraankondiging: van 1 tot 7 november op deze blog een reisverslag van Montreal, Canada.
Er zijn mijns inziens een paar dingen die je zeker moet doen als je ergens alleen aankomt: zo heb ik een kamer geboekt in een gemengde slaapzaal van een hostel. Dat heeft als voordeel dat het een stuk goedkoper is, maar ook dat je gedwongen mensen leert kennen. Terwijl de gemiddelde filosoof komende november alleen op een kamer zit à 150 dollar per nacht, heb ik op ongeveer 500 m afstand een kamer à 15 dollar per nacht midden in de Latin-wijk. Daarnaast heb ik nu al een digitale versie van de Lonely Planet-gids voor Montreal gedownload op mijn telefoon - daar staan tips zat in over hoe ik me moet vermaken!
Dit is dus alvast een vooraankondiging: van 1 tot 7 november op deze blog een reisverslag van Montreal, Canada.
vrijdag 1 oktober 2010
Summer is a state of mind
Londen was vandaag bijzonder regenachtig. Ik moest dan ook voor het eerst 'echt aan het werk'. Daarbij vermeed ik deze fout (nou ja, bijna), waardoor ik vervolgens de hele ochtend kon verspillen met uit het raam kijken.
Gelukkig werd deze sleur van onproductiviteit doorbroken toen ik ging lunchen met alle andere postgraduates. Mijn begeleider rende daarbij wild rond en stelde mij voor aan allemaal mensen. Ik heb de goede gewoonte opgepakt om mensen die ik voor het eerst ontmoet kort in mijn notitieboekje te schetsen en daarbij een aantal tips voor later gebruik neer te zetten (bijvoorbeeld dat mevrouw C niet gemaild moet worden, omdat haar mails altijd in een zwart gat verdwijnen, of dat docente W uit Oostenrijk komt en van bergbeklimmen houdt). Het was een echte netwerkaangelegenheid, maar gelukkig hadden ze lekkere vegetarische broodjes.
De rest van de middag heb ik doorgebracht met dromen over de aanstaande conferentie begin november (ja, ik ga naar Canada!). Ik zag in de boekenwinkel op de campus al een reisgidsje Montreal staan, dus dat ga ik zeker kopen. Uit procrastinatie ben ik om half zes snel wat sushi gaan eten bij Wasabi (minder goed dan Itsu, en ook gek genoeg beduidend minder wasabi).
Om zes uur bevond ik mij in de ondergrondse bar van de universiteit waar een kort filosofenfeestje was. Ik had eerst niet zo'n zin om allemaal nieuwe mensen actief te gaan leren kennen, maar dat viel uiteindelijk reuze mee. Eén van de personen uit mijn schetsjes, een Griekse filosoof op het gebied van quantummechanica, bleek namelijk erg gezellig te zijn om mee te praten. Ik heb het de hele avond met hem gehad over lesgeven, Logicomix ("Why you say logic can be no fun?" aldus deze man tegen een onwetende student) en Belgisch bier.
Vandaag was dus nog een laatste restje zomervakantie. Maandag ga ik echt aan het werk.
Gelukkig werd deze sleur van onproductiviteit doorbroken toen ik ging lunchen met alle andere postgraduates. Mijn begeleider rende daarbij wild rond en stelde mij voor aan allemaal mensen. Ik heb de goede gewoonte opgepakt om mensen die ik voor het eerst ontmoet kort in mijn notitieboekje te schetsen en daarbij een aantal tips voor later gebruik neer te zetten (bijvoorbeeld dat mevrouw C niet gemaild moet worden, omdat haar mails altijd in een zwart gat verdwijnen, of dat docente W uit Oostenrijk komt en van bergbeklimmen houdt). Het was een echte netwerkaangelegenheid, maar gelukkig hadden ze lekkere vegetarische broodjes.
De rest van de middag heb ik doorgebracht met dromen over de aanstaande conferentie begin november (ja, ik ga naar Canada!). Ik zag in de boekenwinkel op de campus al een reisgidsje Montreal staan, dus dat ga ik zeker kopen. Uit procrastinatie ben ik om half zes snel wat sushi gaan eten bij Wasabi (minder goed dan Itsu, en ook gek genoeg beduidend minder wasabi).
Om zes uur bevond ik mij in de ondergrondse bar van de universiteit waar een kort filosofenfeestje was. Ik had eerst niet zo'n zin om allemaal nieuwe mensen actief te gaan leren kennen, maar dat viel uiteindelijk reuze mee. Eén van de personen uit mijn schetsjes, een Griekse filosoof op het gebied van quantummechanica, bleek namelijk erg gezellig te zijn om mee te praten. Ik heb het de hele avond met hem gehad over lesgeven, Logicomix ("Why you say logic can be no fun?" aldus deze man tegen een onwetende student) en Belgisch bier.
Vandaag was dus nog een laatste restje zomervakantie. Maandag ga ik echt aan het werk.
donderdag 30 september 2010
Voor mijn visueel ingestelde fans
Wauw, wat een hoop tekst was dat. Gelukkig heb ik vandaag ook een paar foto's gemaakt voor de luie lezer: een korte, niet-filosofische impressie van mijn dag.
In de bus
Op de campus
Tegenover de supermarkt
Al deze foto's heb ik overigens met mijn nieuwe INQ 3G Chat gemaakt.
Mocht je visueel ingesteld zijn en toch iets meer willen weten over wetenschapsfilosofie: ik doe hetzelfde als de zwartharige dame in dit filmpje. Niet kijken in geval van epilepsie.
Al deze foto's heb ik overigens met mijn nieuwe INQ 3G Chat gemaakt.
Mocht je visueel ingesteld zijn en toch iets meer willen weten over wetenschapsfilosofie: ik doe hetzelfde als de zwartharige dame in dit filmpje. Niet kijken in geval van epilepsie.
For science!
Na vanochtend heerlijk te hebben ontbeten met soda bread en de nieuwe avonturen van Spiderman, ben ik met de bus naar de universiteit gegaan voor een eerste afspraak met mijn supervisor hier. Mijn project de komende zes maanden is een masteronderzoek in de algemene wetenschapsfilosofie. (Dat heeft dus verder niets meer te maken met mijn bachelor wiskunde!)
Ik heb van mijn supervisor, een vriendelijke bebaarde Zwitser van eind dertig, een groot aantal tips gekregen. Zijn belangrijkste opmerking was dat ik vooral goed moet rondkijken voor ik me ergens op vastpin, zeker omdat ik ook een PhD wil gaan doen. Het onderwerp moet strategisch gekozen worden en een 'hot topic' zijn. De makkelijkste manier om ideeën op te doen is om naar werkelijk alle relevante praatjes, lezingen (en zelfs feestjes!) van mijn wetenschapsgebied te gaan. Om het mezelf wat makkelijker te maken heb ik me dus geabonneerd op de newsfeed van alle relevante filosofische instellingen in Londen. Er staan inmiddels al weer een paar leuke dingen in mijn agenda, want 'goed rondkijken' bestaat niet alleen uit goed nadenken maar zeker ook uit goed netwerken. Zo heb ik een kaartje gekocht voor een comedy night georganiseerd door een aantal Londense wetenschapshistorici en -filosofen, en een notitie gemaakt over een lezing over fundamentalisme in wetenschap en religie. Ook ga ik 'just for fun' (mijn supervisors' woorden) een aantal vakken volgen.
De leukste activiteit die mijn supervisor voorstelde was een korte conferentie (maar drie dagen) waar het halve departement heen gaat. Ik vind conferenties supermooi (oh, en de filosofie die er besproken wordt natuurlijk ook). Het mooiste aan deze conferentie is dat er ook allemaal mensen komen wiens naam ik tot nu toe alleen nog maar in mijn lesstof heb zien staan - het is een van de grootste conferenties op dit gebied. Er is een ontbijtje speciaal 'to informally mentor women entering the philosophy of science'. Er zijn twee gratis borrels. Mijn supervisor zit in de program committee, een oud-docent van me geeft een praatje. Er zijn maar drie kleine addertjes onder het gras: ten eerste is het in Montreal (Canada), ten tweede moet ik het zelf zien te bekostigen en ten derde vindt dit alles een dag voor mijn verjaardag plaats. For science dan maar?
Ik heb van mijn supervisor, een vriendelijke bebaarde Zwitser van eind dertig, een groot aantal tips gekregen. Zijn belangrijkste opmerking was dat ik vooral goed moet rondkijken voor ik me ergens op vastpin, zeker omdat ik ook een PhD wil gaan doen. Het onderwerp moet strategisch gekozen worden en een 'hot topic' zijn. De makkelijkste manier om ideeën op te doen is om naar werkelijk alle relevante praatjes, lezingen (en zelfs feestjes!) van mijn wetenschapsgebied te gaan. Om het mezelf wat makkelijker te maken heb ik me dus geabonneerd op de newsfeed van alle relevante filosofische instellingen in Londen. Er staan inmiddels al weer een paar leuke dingen in mijn agenda, want 'goed rondkijken' bestaat niet alleen uit goed nadenken maar zeker ook uit goed netwerken. Zo heb ik een kaartje gekocht voor een comedy night georganiseerd door een aantal Londense wetenschapshistorici en -filosofen, en een notitie gemaakt over een lezing over fundamentalisme in wetenschap en religie. Ook ga ik 'just for fun' (mijn supervisors' woorden) een aantal vakken volgen.
De leukste activiteit die mijn supervisor voorstelde was een korte conferentie (maar drie dagen) waar het halve departement heen gaat. Ik vind conferenties supermooi (oh, en de filosofie die er besproken wordt natuurlijk ook). Het mooiste aan deze conferentie is dat er ook allemaal mensen komen wiens naam ik tot nu toe alleen nog maar in mijn lesstof heb zien staan - het is een van de grootste conferenties op dit gebied. Er is een ontbijtje speciaal 'to informally mentor women entering the philosophy of science'. Er zijn twee gratis borrels. Mijn supervisor zit in de program committee, een oud-docent van me geeft een praatje. Er zijn maar drie kleine addertjes onder het gras: ten eerste is het in Montreal (Canada), ten tweede moet ik het zelf zien te bekostigen en ten derde vindt dit alles een dag voor mijn verjaardag plaats. For science dan maar?
woensdag 29 september 2010
Exterminate, Exterminate!
Vandaag was ik in de Waterstone's aan Picadilly, waar ik plots op deze engerd stuitte:
Hoewel de hele winkel vijf verdiepingen telde, heb ik slechts twee boeken gekocht: Nightwatch en Monstrous Regiment, beiden van de Brit Terry Pratchett. Pratchett, die in de jaren '90 de best verkochte auteur was in de UK, is dan ook mijn favoriete niet-literaire schrijver. Hij is verantwoordelijk voor de Discworld-serie, een satire die zich afspeelt op een platte wereld op de rug van vier olifanten op een schildpad. Bovengenoemde boeken brengen mijn totaal aantal Discworld novels op 28.
Nu zal de geïnteresseerde lezer van deze blog zich vast bedenken: woei, dan zal het wel heel goed zijn, laat ik er ook een paar van kopen! Maar waar moet je dan mee beginnnen? De verhaallijn is niet lineair, dus dat maakt deze vraag moeilijk te beantwoorden. Zelf heb ik het idee dat de eerste twee, drie boeken (The Colour of Magic, The Light Fantastic en Equal Rites) niet zo goed zijn als de latere. Het probleem is echter dat je, als je met een willekeurig later boek begint, halverwege de karakterontwikkeling van een bepaald personage zou kunnen uitkomen. Op zijn blog The Wertzone merkt Adam Whitehead op dat het misschien een beter idee is om met een losstaand boek te beginnen en daar enthousiast van te worden, en vervolgens de hele serie af te gaan. Mijn persoonlijke tip in dat geval is Pyramids, mijn favoriet, dat zich afspeelt in het Discworld-equivalent van het oude Egypte.
Hoewel de hele winkel vijf verdiepingen telde, heb ik slechts twee boeken gekocht: Nightwatch en Monstrous Regiment, beiden van de Brit Terry Pratchett. Pratchett, die in de jaren '90 de best verkochte auteur was in de UK, is dan ook mijn favoriete niet-literaire schrijver. Hij is verantwoordelijk voor de Discworld-serie, een satire die zich afspeelt op een platte wereld op de rug van vier olifanten op een schildpad. Bovengenoemde boeken brengen mijn totaal aantal Discworld novels op 28.
Nu zal de geïnteresseerde lezer van deze blog zich vast bedenken: woei, dan zal het wel heel goed zijn, laat ik er ook een paar van kopen! Maar waar moet je dan mee beginnnen? De verhaallijn is niet lineair, dus dat maakt deze vraag moeilijk te beantwoorden. Zelf heb ik het idee dat de eerste twee, drie boeken (The Colour of Magic, The Light Fantastic en Equal Rites) niet zo goed zijn als de latere. Het probleem is echter dat je, als je met een willekeurig later boek begint, halverwege de karakterontwikkeling van een bepaald personage zou kunnen uitkomen. Op zijn blog The Wertzone merkt Adam Whitehead op dat het misschien een beter idee is om met een losstaand boek te beginnen en daar enthousiast van te worden, en vervolgens de hele serie af te gaan. Mijn persoonlijke tip in dat geval is Pyramids, mijn favoriet, dat zich afspeelt in het Discworld-equivalent van het oude Egypte.
dinsdag 28 september 2010
Bleke Britten
Vandaag ben ik naar Sainsbury's gegaan en nu ben ik verliefd. Ze hebben ALLES. Je twijfelt? Ja, ze hebben een hele kast vol vegetarische worstjes en gehaktballetjes! Ja, ze hebben meer dan tien kleuren icing! Ja, ze hebben radijsjes voor 30 pence!
Nu even serieus: ik was verrast over het gemak waarmee je in de UK gezond zou kunnen eten. Wat me weer opviel vandaag is de hoeveelheid informatie op de Britse verpakkingen. Werkelijk alles heeft een kleurcode, zodat je kan zien of je niet teveel vet, zout of suiker binnenkrijgt. Van de website van de National Health Service: "If you buy a food that has all or mostly green lights, you know straight away that it's a healthier choice. An amber light means neither high nor low, so you can eat foods with all or mostly amber lights most of the time. But a red light means the food is high in fat, salt or sugar, and these are the foods we should be cutting down on. Try to eat these foods only on occasion." Zo hebben radijsjes alleen groene stoplichten, maar geeft de Blue Stilton die ik vannochtend kocht bijna alleen maar rode lichten af.
De campagne om meer fruit en groente te eten is in de UK `Eet 5 porties groente en/of fruit per dag' (een stuk makkelijker te volgen dan het vastgeroeste `2 ons groenten, 2 stuks fruit'). Het mooie is dat een winkel als Sainsbury's werkelijk elke soort groente die ik ken in zijn schappen heeft liggen tegen een meer dan redelijke prijs (soms nog goedkoper dan in Nederland).
Persoonlijk vond ik het ook prettig dat er zoveel vegetarische opties in de supermarkt liggen. Het is niet meer echt saai of ongezond om doordeweeks vegetarisch te eten: ik zag zat vleesvervangers die niet zijn gemaakt om naar vlees te smaken (want zeg nou zelf, dan pest je jezelf alleen maar).
Genoeg gezonde opties dus. Waarom zien de Britten dan zo bleekjes? Een mogelijk antwoord zie je in Jamie Oliver's Ministry of Food, dat hartverscheurende scènes bevat over kindjes van 5 die nog nooit een home cooked meal hebben gehad maar wel de afhaalbakjes van de kebab en de cheese and chips kunnen onderscheiden. Moeders die een gasfornuis hebben maar niet weten hoe het aanmoet. Of wat dacht je van Jamie's School Dinners (vanaf 1:59 echt interessant): kinderen herkennen geen groente maar wel het logo van alle fastfoodketens. Ik raad iedereen aan om er een stukje van te kijken.
Nu even serieus: ik was verrast over het gemak waarmee je in de UK gezond zou kunnen eten. Wat me weer opviel vandaag is de hoeveelheid informatie op de Britse verpakkingen. Werkelijk alles heeft een kleurcode, zodat je kan zien of je niet teveel vet, zout of suiker binnenkrijgt. Van de website van de National Health Service: "If you buy a food that has all or mostly green lights, you know straight away that it's a healthier choice. An amber light means neither high nor low, so you can eat foods with all or mostly amber lights most of the time. But a red light means the food is high in fat, salt or sugar, and these are the foods we should be cutting down on. Try to eat these foods only on occasion." Zo hebben radijsjes alleen groene stoplichten, maar geeft de Blue Stilton die ik vannochtend kocht bijna alleen maar rode lichten af.
De campagne om meer fruit en groente te eten is in de UK `Eet 5 porties groente en/of fruit per dag' (een stuk makkelijker te volgen dan het vastgeroeste `2 ons groenten, 2 stuks fruit'). Het mooie is dat een winkel als Sainsbury's werkelijk elke soort groente die ik ken in zijn schappen heeft liggen tegen een meer dan redelijke prijs (soms nog goedkoper dan in Nederland).
Persoonlijk vond ik het ook prettig dat er zoveel vegetarische opties in de supermarkt liggen. Het is niet meer echt saai of ongezond om doordeweeks vegetarisch te eten: ik zag zat vleesvervangers die niet zijn gemaakt om naar vlees te smaken (want zeg nou zelf, dan pest je jezelf alleen maar).
Genoeg gezonde opties dus. Waarom zien de Britten dan zo bleekjes? Een mogelijk antwoord zie je in Jamie Oliver's Ministry of Food, dat hartverscheurende scènes bevat over kindjes van 5 die nog nooit een home cooked meal hebben gehad maar wel de afhaalbakjes van de kebab en de cheese and chips kunnen onderscheiden. Moeders die een gasfornuis hebben maar niet weten hoe het aanmoet. Of wat dacht je van Jamie's School Dinners (vanaf 1:59 echt interessant): kinderen herkennen geen groente maar wel het logo van alle fastfoodketens. Ik raad iedereen aan om er een stukje van te kijken.
maandag 27 september 2010
Op elke hoek een vriendelijke wijk-security guard
Vandaag ben ik voor het eerst naar mijn universiteit gegaan. Ik was verbaasd over de kwaliteit van de campus: ze hebben een geweldig mooie bibliotheek, gezellige kroegjes en... op elke hoek een vriendelijke wijk-security guard. Blijkbaar om de boeken te bewaken, want de universiteit heeft alleen departementen voor politicologie, sociologie, recht, economie en filosofie. Het was ook erg leuk om mijn departement voor het eerst te zien. Ik ben nu de trotse bezitter van een eigen e-mailadres, een eigen bibliotheekpasje, een eigen sleutel met toegang tot de computerzaal en een eigen bureau met telefoon! Blijkbaar ben ik als visiting student gelijkgesteld aan de PhD-studenten. Hoera!
Gezeten aan mijn eigen bureau heb ik met veel plezier bekeken welke vakken ik kan gaan volgen. Ze geven hier een aantal specialistische vakken die in Nederland niet te vinden zijn, dus daar ga ik zeker heen. Het blijkt bovendien dat alle hoorcolleges van de hele universiteit openstaan voor alle studenten, dus misschien ga ik zelfs nog wel bij een college ethiek zitten...
Op de terugweg naar huis ben ik de toerist gaan uithangen. Dat betekende dat ik eerst heel luxe bij de Itsu een schaal Omega 3 Salmon Supreme sushi heb gekocht en die heb opgegeten in het parkje bij St. Paul's Cathedral. Daarna ben ik naar Trafalgar Square gelopen. Dat leverde de volgende mooie plaatjes:
Gezeten aan mijn eigen bureau heb ik met veel plezier bekeken welke vakken ik kan gaan volgen. Ze geven hier een aantal specialistische vakken die in Nederland niet te vinden zijn, dus daar ga ik zeker heen. Het blijkt bovendien dat alle hoorcolleges van de hele universiteit openstaan voor alle studenten, dus misschien ga ik zelfs nog wel bij een college ethiek zitten...
Op de terugweg naar huis ben ik de toerist gaan uithangen. Dat betekende dat ik eerst heel luxe bij de Itsu een schaal Omega 3 Salmon Supreme sushi heb gekocht en die heb opgegeten in het parkje bij St. Paul's Cathedral. Daarna ben ik naar Trafalgar Square gelopen. Dat leverde de volgende mooie plaatjes:
zondag 26 september 2010
Everyone has a home (2)
Vandaag heb ik wat DIY-projectjes ondernomen. Ten eerste heb ik nu plastic bakjes om mijn kabels in op te bergen:
En ten tweede heb ik nu gordijnen:
Morgen ga ik voor het eerst langs bij mijn Londense universiteit. Wellicht dat deze culi- en designblogposts dan ruimte maken voor wat serieuzere zaken! (Wellicht ook niet.)
En ten tweede heb ik nu gordijnen:
Morgen ga ik voor het eerst langs bij mijn Londense universiteit. Wellicht dat deze culi- en designblogposts dan ruimte maken voor wat serieuzere zaken! (Wellicht ook niet.)
zaterdag 25 september 2010
Everyone has a home
Vandaag heb ik een paar kleine dingen verbeterd aan mijn kamer.
Morgen ga ik nieuwe gordijnen ophangen, ik heb de stof al gekocht. Ze zijn lang en wit met in reliëf een bloemetjesmotief. Verder ben ik van plan wat posters op te hangen uit de museumwinkel van de National Gallery. Ook ga ik online een beter matras kopen en misschien een klein tafeltje voor naast de kledingkast. Woei!
Morgen ga ik nieuwe gordijnen ophangen, ik heb de stof al gekocht. Ze zijn lang en wit met in reliëf een bloemetjesmotief. Verder ben ik van plan wat posters op te hangen uit de museumwinkel van de National Gallery. Ook ga ik online een beter matras kopen en misschien een klein tafeltje voor naast de kledingkast. Woei!
vrijdag 24 september 2010
Full English, Bar Polski
Vandaag werd ik vroeg wakker (ik heb nog geen gordijnen) en besloot ik om een full English breakfast te gaan eten. Een huisgenote had me aangeraden om rond het metrostation Angel rond te kijken dus ik heb de twee gecombineerd. Op Chapel Market vond ik het volgende:
Vooral de vegetarische worst was superlekker. Ik vind full English sowieso een van de beste dingen uit de Britse keuken... Op de foto zie je champignons, tomaat, gebakken eieren, hashbrowns, toast en koffie. Een niet-vegetarisch ontbijt heeft daarbij nog worstjes en spek.
's Avonds ben ik door twee van mijn huisgenotes meegenomen naar een Poolse bar, de Bar Polski bij Holborn, waar ik het (niet-vegetarische) hoogtepunt van deze toch al zo culinaire dag heb gegeten: pierogi , gekookt deeg gevuld met gehakt, geserveerd met stukjes skwarek erop. De Engelsen noemen het crackling, ik weet er eigenlijk niet het juiste Nederlandse woord voor: `Fat that, after roasting a joint, hardens and crispens.' Dit alles heb ik weggespoeld met Redd Raspberry, Pools frambozenbier, dat in een fles van een halve liter verkocht werd. Heerlijk!
Beide eetgelegenheden staan inmiddels genoteerd in een van de beste afscheidscadeautjes die ik kreeg: mijn eigen City Guide, waar ik kleine reviews in kan schrijven van elke plek die ik bezoek. Een 7.5 voor het ontbijt, een 7 voor de Bar Polski.
Vooral de vegetarische worst was superlekker. Ik vind full English sowieso een van de beste dingen uit de Britse keuken... Op de foto zie je champignons, tomaat, gebakken eieren, hashbrowns, toast en koffie. Een niet-vegetarisch ontbijt heeft daarbij nog worstjes en spek.
's Avonds ben ik door twee van mijn huisgenotes meegenomen naar een Poolse bar, de Bar Polski bij Holborn, waar ik het (niet-vegetarische) hoogtepunt van deze toch al zo culinaire dag heb gegeten: pierogi , gekookt deeg gevuld met gehakt, geserveerd met stukjes skwarek erop. De Engelsen noemen het crackling, ik weet er eigenlijk niet het juiste Nederlandse woord voor: `Fat that, after roasting a joint, hardens and crispens.' Dit alles heb ik weggespoeld met Redd Raspberry, Pools frambozenbier, dat in een fles van een halve liter verkocht werd. Heerlijk!
Beide eetgelegenheden staan inmiddels genoteerd in een van de beste afscheidscadeautjes die ik kreeg: mijn eigen City Guide, waar ik kleine reviews in kan schrijven van elke plek die ik bezoek. Een 7.5 voor het ontbijt, een 7 voor de Bar Polski.
donderdag 23 september 2010
Watching the English
Vanochtend ben ik vertrokken naar Londen. Het bleek dat ik alle belangrijke materiele zaken in mijn hele leven kon passen in een trolley van 70 cm, de tas daarop van 39 cm, een laptoptas en een schoudertasje.
Terwijl ik onderweg was verwachtte ik ieder moment beroofd te worden (wat je altijd bedenkt als je met je hele leven onderweg bent, neem ik aan).
Gelukkig was het zo voorbij en voor ik het wist zat ik bij een te dure koffiezaak op St Pancras International het volgende boek te lezen:
Wat wel hilarisch was, moet ik zeggen. Mijn favoriete passage tot nu toe is een voetnoot, waarin de schrijfster (Kate Fox) het volgende vertelt:
`...I was recently given a rather charming book, published in 1931, entitled 'The English: Are They Human?' The question is rhetorical, as one might expect. The author (G.J. Renier) `came to the conclusion that the world is inhabited by two species of human beings: mankind and the English'.'
Ik ben benieuwd.
Terwijl ik onderweg was verwachtte ik ieder moment beroofd te worden (wat je altijd bedenkt als je met je hele leven onderweg bent, neem ik aan).
Gelukkig was het zo voorbij en voor ik het wist zat ik bij een te dure koffiezaak op St Pancras International het volgende boek te lezen:
Wat wel hilarisch was, moet ik zeggen. Mijn favoriete passage tot nu toe is een voetnoot, waarin de schrijfster (Kate Fox) het volgende vertelt:
`...I was recently given a rather charming book, published in 1931, entitled 'The English: Are They Human?' The question is rhetorical, as one might expect. The author (G.J. Renier) `came to the conclusion that the world is inhabited by two species of human beings: mankind and the English'.'
Ik ben benieuwd.
Abonneren op:
Posts (Atom)