En deze analogie houdt niet op. Je gooit namelijk veel geld tegen je eerste date aan (honderd dollar 'ik ga je sollicitatiebrief lezen'-kosten) en moet door een heel uitgebreide bureaucratische molen heen. Voormalige partners moeten in brief met superlatieven aangeven hoe enthousiast ze wel niet van je worden, je CV moet weer eens flink worden opgepoetst, als je geluk hebt komt er een tweede date: het sollicitatiegesprek. Kortom: niet alleen de Jabberwock, maar ook de Jubjub bird en Bandersnatch moeten worden bevochten. En als je tweede date dan ook goed gaat, en je in het PhD-bootje treedt door een combinatie van geluk en vriendjespolitiek (oke, en een beetje kwaliteit van jouw kant) ben je er nog niet. Hier houdt mijn analogie op en gaat die over in een beklemmend gevoel van een naderende Grote Uitdaging. Hoewel de Amerikaanse PhD-posities nog wel voorzien zijn van een klein zakje geld (net genoeg om in leven te blijven, hahaha, zei een vriendelijke Canadese professor mij, maar ik kon hier de humor niet van inzien) hebben de Britse PhD-studenten het enorm lastig. Zij moeten door een combinatie van het uitknijpen van hun thuisland, het toepassen van wreed ellebogenwerk onder medestudenten en het lesgeven aan bachelorstudenten proberen om genoeg binnen te krijgen voor de volgende boterham. Dat die PhD-studenten nog tijd overhouden voor het doen van onderzoek is een groot wonder.
De komende weken volgt dus een verslag van een epische Queeste naar, ten eerste, een leuke Partner, en ten tweede, het Grote Geld.