zaterdag 9 oktober 2010

There's no place like London

Dat was het dan: de eerste week studeren. Ik heb 200 pagina's filosofie doorgewerkt en drie hoorcolleges (soort lezingen) en twee werkcolleges (soort discussiegroepjes) gevolgd. Ik zat achter mijn luxe bureau met wijds uitzicht, of in de moderne, lichte bibliotheek tussen de boeken, of in één van de prachtige Art Noveau-collegezalen. Nu ben ik zo iemand die zich aan het eind van de vrijdagmiddag afvraagt of ze wel genoeg gedaan heeft. Had ik niet minder thee moeten drinken en meer moeten lezen? Had ik niet veel lastigere stof door kunnen worstelen als ik minder met medestudenten had geluncht? Had ik ondertussen niet al expert kunnen zijn op het gebied van Wittgenstein's Tractatus als ik niet met collega's naar de kroeg was gegaan?

Gelukkig zit er in mijn achterhoofd een zeer nuttig relativerend stemmetje dat uitroept: nee! Haar stelling is: liever iedere avond in de kroeg met collega's dan iedere avond in de bieb met Ludwig, Karl en Paul. Liever ook eens thee met Mr. T dan alsmaar repeteren met Roger, Rudolf en René.

Heeft ze gelijk? Tijd voor een voorbeeld ter ondersteuning van deze stelling. In Nederland had ik ooit een gesprek met PhD-student D. die voor zijn masterscriptie in het buitenland was geweest. Hij bevond zich drie maanden lang in Cambridge. Hij bekende dat hij nooit zoveel voor elkaar had gekregen als daar. Drie maanden lang had hij zich in de bibliotheek opgesloten om zoveel mogelijk te lezen. 's Avonds laat keerde hij terug naar zijn kamer, bij een gastgezin, 's ochtends vroeg vertrok hij weer naar zijn boeken. Ongetwijfeld deed hij drie keer zoveel als ik. Maar is dat waar je buitenlandverblijf om draait, een soort kluizenaarsbestaan tussen net iets luxere boekenplanken? Waarom was deze persoon eigenlijk in Cambridge? Het stemmetje denkt dat hij net zo goed in de bibliotheek van Wormerveer had kunnen zitten. (Inmiddels heeft hij zijn PhD afgerond en is het heel lastig voor hem om een nieuwe baan te vinden. Vind je het gek, zegt het stemmetje. Niemand heeft hem gezien!)

Een vriend van mij pakte zijn buitenlandverblijf heel anders aan. Als een waar netwerkkanon besteedde hij zijn drie maanden niet alleen aan colleges en onderzoek, maar ging hij ook naar elk faculteitsfeestje. Inmiddels is zijn bezoek daar met een jaar verlengd en is hij hard op weg om een Grootsch Onderzoeker te worden. Dat had hij niet in Wormerveer voor elkaar gekregen, daarvoor moet je bier drinken met buitenlandse brainiacs. Let wel, ik denk niet dat je niets moet uitvoeren en het op je mooie gezichtje kan redden. Maar ik denk dat een goed gesprek onder het genot van een Guinness best wel eens het verschil zou kunnen maken tussen een academisch sink or swim.

Gister hoorde ik dat familieleden zich afvragen wat ik eigenlijk in Londen doe. Het antwoord: niet alleen dikke boeken lezen, maar ook af en toe naar de kroeg aan de overkant om de auteurs in het echt te spreken.