Toen ik elf was vond ik school heel leuk, vooral de werkstukken. Je weet wel, van die nog zelf netjes uitgeschreven verhandelingen over een exotische bestemming (Duitsland), netjes door je moeder op haar werk gebundeld en met uitgeknipte plaatjes op de voorkant. Je sloeg een dikke kinderencyclopedie open en las dan over Shakespeare, de Reformatie, of, als je met een ander kind werd ingedeeld, auto's. Ik vond schrijven zo leuk dat ik dat jaar tijdens de vakantie besloot ook een werkstuk te schrijven, dit keer over (I kid you not) "De rol van de slang in de literatuur", een geheel zelf bedacht onderwerp. Ik had kunnen weten dat het vanaf dat punt allemaal de verkeerde kant op zou gaan.
Vanochtend waarschuwde een kantoorgenoot nog dat ik vooral niet moest gaan promoveren. (Hij is zelf PhD-student en als we dit stripje moeten geloven is dat genoeg om je voor eeuwig van de wonderlijke academische wereld te doen gruwen). Ik luisterde niet. Mijn gedachten dwaalden af naar een zeer plechtige ceremonie die ik een paar maanden geleden had bijgewoond. Gekleed in rokkostuum stond een nerveuze jongeman voor een zeer deftig kijkende grijze man die hem een levensingrijpende vraag stelde. Als muurbloempje zat zijn geliefde op de eerste rij te kijken naar hoe hij met de wetenschap verknocht raakte. De belangrijkste dag uit zijn leven? Zijn promotie.
Ja, door mijn hoofd ging, toen me deze academische lijdensweg werd afgeraden, maar één gedachte: "Ik wil!" Want wat kan een veel te leergierig meisje, bijna dertien jaar later, beter doen dan promoveren?
maandag 25 oktober 2010
donderdag 21 oktober 2010
Donderdagen zijn bijzonder
Ik kwam er vanochtend achter dat ik nu al drie weken hetzelfde ritueel aanhoud. Ik sta op om half negen, kleed me aan, ontbijt met een stuk toast en sinaasappelsap, neem de bus om half tien en haal om tien uur sta ik in de rij voor een "Coffe, Sugar, 60p" van de Oost-Europese barrista's hier op de campus. Dan begin ik met mijn leeswerk voor de dag (ok, de stripjes en de e-mails eerst). Op maandag, woensdag en donderdag ga ik om twaalf uur naar college, elke dag ga ik zo rond een uur lunchen. Tot slot ga ik om vijf uur naar huis.
Maar donderdagen zijn bijzonder. Mijn lichaam merkt dat en om drie uur bereikt mijn bloedsuikerspiegel een dieptepunt. Dan wil ik weer Oost-Europees slootwater (ok, en zo'n verdacht lekkere brownie). Dan lees ik door tot zes uur 's avonds, ga ik naar college tot half acht, en 's avonds met mijn medestudenten naar de kroeg. (Gezien het nut van dit college durf ik te betwijfelen of ik zou gaan als mijn medestudenten niet gezellig waren.)
Wat is ook al weer het verschil tussen ritueel en sleur?
Maar donderdagen zijn bijzonder. Mijn lichaam merkt dat en om drie uur bereikt mijn bloedsuikerspiegel een dieptepunt. Dan wil ik weer Oost-Europees slootwater (ok, en zo'n verdacht lekkere brownie). Dan lees ik door tot zes uur 's avonds, ga ik naar college tot half acht, en 's avonds met mijn medestudenten naar de kroeg. (Gezien het nut van dit college durf ik te betwijfelen of ik zou gaan als mijn medestudenten niet gezellig waren.)
Wat is ook al weer het verschil tussen ritueel en sleur?
woensdag 20 oktober 2010
Mompel Mompel
Het is alweer een tijdje geleden dat ik geblogd heb. Sorry, lieve lezers, maar er is dan ook zoveel gebeurd! Een paar kleine anekdotes om jullie bij te praten.
Miklos
Tijdens college sprak een vreemde oude man mij aan, die zomaar veel te vroeg achterin in de zaal zat. Uit Nederland ben ik eraan gewend dat er wel vaker gepensioeneerden de collegezaal bezoeken (soms heel intelligent, soms een beetje dom) dus ik was erg vriendelijk en begripvol. Ik stelde me voor, en hij stelde zichzelf voor als Mompel Mompel. Ik vroeg maar niet nog een keer wat voor naam dat precies was (je weet maar nooit met oude mensen). Vervolgens vroeg hij wat ik voor onderzoek deed en ik vertelde dat ik nog zoekende was. Bood hij me aan om een keer te praten over een onderwerp! Toen iemand uit de zaal hem later aansprak als Miklos was ik in twijfel genoeg om hem maar even te googlen. Bleek hij een van de meest beroemde philosophers of physics te zijn... Om een lang verhaal kort te maken zat ik dus de volgende middag bij hem op de koffie en kreeg ik een hele waslijst aan nieuwe onderwerpen toegeschoven. Hoera!
Nancy
Door deze triomf vrolijk gemaakt sprak ik dus maar de eerste de beste volgende Beroemde Filosoof zelf aan, Nancy. Nadat ze eerst een tijdje over de positie van vrouwen in de wetenschapsfilosofie had gepraat (want dat blijkt dus heel moeilijk te zijn) had ik mijn weg naar binnen uitgestippeld en vroeg ik haar om een persoonlijk gesprek. Weer een theeafspraak, weer een waslijst aan artikelen! In deze netwerkfrenzy terecht gekomen draaide ik als een ongeleid projektiel door, met als resultaat niet alleen een aantal nieuwe tekeningen in mijn 'deze mensen heb ik ontmoet'-boekje, maar ook een toezegging de Tea & Cake Get Together 'buns and cakes' te verzorgen.
Yorick
Het hoogtepunt deze week was echter mijn eigen beroemde striptekenaar. Yorick kwam afgelopen vrijdag langs en bleef tot dinsdagochtend vroeg. We zijn naar de dino's in het National History Museum geweest en we hebben fish & chips gegeten! En kijk eens hoe stoer hij deze Dalek heeft bevochten?
Miklos
Tijdens college sprak een vreemde oude man mij aan, die zomaar veel te vroeg achterin in de zaal zat. Uit Nederland ben ik eraan gewend dat er wel vaker gepensioeneerden de collegezaal bezoeken (soms heel intelligent, soms een beetje dom) dus ik was erg vriendelijk en begripvol. Ik stelde me voor, en hij stelde zichzelf voor als Mompel Mompel. Ik vroeg maar niet nog een keer wat voor naam dat precies was (je weet maar nooit met oude mensen). Vervolgens vroeg hij wat ik voor onderzoek deed en ik vertelde dat ik nog zoekende was. Bood hij me aan om een keer te praten over een onderwerp! Toen iemand uit de zaal hem later aansprak als Miklos was ik in twijfel genoeg om hem maar even te googlen. Bleek hij een van de meest beroemde philosophers of physics te zijn... Om een lang verhaal kort te maken zat ik dus de volgende middag bij hem op de koffie en kreeg ik een hele waslijst aan nieuwe onderwerpen toegeschoven. Hoera!
Nancy
Door deze triomf vrolijk gemaakt sprak ik dus maar de eerste de beste volgende Beroemde Filosoof zelf aan, Nancy. Nadat ze eerst een tijdje over de positie van vrouwen in de wetenschapsfilosofie had gepraat (want dat blijkt dus heel moeilijk te zijn) had ik mijn weg naar binnen uitgestippeld en vroeg ik haar om een persoonlijk gesprek. Weer een theeafspraak, weer een waslijst aan artikelen! In deze netwerkfrenzy terecht gekomen draaide ik als een ongeleid projektiel door, met als resultaat niet alleen een aantal nieuwe tekeningen in mijn 'deze mensen heb ik ontmoet'-boekje, maar ook een toezegging de Tea & Cake Get Together 'buns and cakes' te verzorgen.
Yorick
Het hoogtepunt deze week was echter mijn eigen beroemde striptekenaar. Yorick kwam afgelopen vrijdag langs en bleef tot dinsdagochtend vroeg. We zijn naar de dino's in het National History Museum geweest en we hebben fish & chips gegeten! En kijk eens hoe stoer hij deze Dalek heeft bevochten?
woensdag 13 oktober 2010
Wederhoor (Twee waargebeurde fabels)
1. De wetenschapper en de filosofen
Roger Penrose gaf ooit een lezing voor een filosofisch instituut in Londen. Omdat hij zo'n gerespecteerd wetenschapper was kwamen er van heinde en verre mensen naar toe, tot de hele zaal vol filosofen zat. Penrose was op dat moment bezig met een nieuwe theorie in de mathematische fysica, die voortborduurde op de algemene relativiteitstheorie. Het leek hem een goed idee om zijn lezing daar over te houden, en dus trakteerde hij de zaal op een bord vol tensoren. Deze kleine overschatting van de wiskundige vaardigheid van zijn publiek leidde ertoe dat de hele zaal, inclusief de voorzitter, al na de eerste minuut niet meer wist waar Penrose over stond te mompelen. De wetenschapper, in zichzelf gekeerd, had niets door en maakte zijn volle uur vol. De filosofen, uit respect voor deze geleerde man, durfden niet te onderbreken. Je kan je de pijnlijke stilte voorstellen die viel toen het tijd werd voor vragen. Alle ogen gingen naar de voorzitter. Die deed zijn mond open, en uit pure wanhoop riep hij maar uit: "Ja, dat lijkt me typisch Kantiaans!" De hele zaal haalde opgelucht adem en begon blij over Kant te discussiëren.
2. De wetenschapper en de postmodernisten
Tijdens de jaren '90 van de vorige eeuw was er een wilde discussie gaande tussen de wetenschappelijk realisten en de postmodernisten. Een belangrijk postmodernistisch blad, Social Text, publiceerde een editie speciaal gewijd aan dit debat. Ook een natuurkundige, Alan Sokal, stuurde een artikel in, getiteld “Transgressing the Boundaries: Towards a Transformative Hermeneutics of Quantum Gravity”. Dit artikel beargumenteerde dat quantum gravity een taalkundig construct is en dat quantummechanica postmodernistische kritiek op de wetenschappelijke objectiviteit ondersteunt. Gelijktijdig met de publicatie van de speciale editie verscheen er in een ander tijdscrift, Lingua Franca, een artikel van dezelfde Sokal, waarin hij toegaf dat zijn Science Wars-artikel een experiment was om te zien hoe ver een academisch tijdscrift kon gaan. Sommige postmodernisten riepen uit dat ze dit de hele tijd al wisten, maar het toch maar hadden gepubliceerd omdat het artikel onbedoeld vol waarheden had gezeten.
(Bronnen: Science Wars op Wikipedia en een discussie tijdens de Wednesday Tea and Cake Get-Together van vanmiddag)
Roger Penrose gaf ooit een lezing voor een filosofisch instituut in Londen. Omdat hij zo'n gerespecteerd wetenschapper was kwamen er van heinde en verre mensen naar toe, tot de hele zaal vol filosofen zat. Penrose was op dat moment bezig met een nieuwe theorie in de mathematische fysica, die voortborduurde op de algemene relativiteitstheorie. Het leek hem een goed idee om zijn lezing daar over te houden, en dus trakteerde hij de zaal op een bord vol tensoren. Deze kleine overschatting van de wiskundige vaardigheid van zijn publiek leidde ertoe dat de hele zaal, inclusief de voorzitter, al na de eerste minuut niet meer wist waar Penrose over stond te mompelen. De wetenschapper, in zichzelf gekeerd, had niets door en maakte zijn volle uur vol. De filosofen, uit respect voor deze geleerde man, durfden niet te onderbreken. Je kan je de pijnlijke stilte voorstellen die viel toen het tijd werd voor vragen. Alle ogen gingen naar de voorzitter. Die deed zijn mond open, en uit pure wanhoop riep hij maar uit: "Ja, dat lijkt me typisch Kantiaans!" De hele zaal haalde opgelucht adem en begon blij over Kant te discussiëren.
2. De wetenschapper en de postmodernisten
Tijdens de jaren '90 van de vorige eeuw was er een wilde discussie gaande tussen de wetenschappelijk realisten en de postmodernisten. Een belangrijk postmodernistisch blad, Social Text, publiceerde een editie speciaal gewijd aan dit debat. Ook een natuurkundige, Alan Sokal, stuurde een artikel in, getiteld “Transgressing the Boundaries: Towards a Transformative Hermeneutics of Quantum Gravity”. Dit artikel beargumenteerde dat quantum gravity een taalkundig construct is en dat quantummechanica postmodernistische kritiek op de wetenschappelijke objectiviteit ondersteunt. Gelijktijdig met de publicatie van de speciale editie verscheen er in een ander tijdscrift, Lingua Franca, een artikel van dezelfde Sokal, waarin hij toegaf dat zijn Science Wars-artikel een experiment was om te zien hoe ver een academisch tijdscrift kon gaan. Sommige postmodernisten riepen uit dat ze dit de hele tijd al wisten, maar het toch maar hadden gepubliceerd omdat het artikel onbedoeld vol waarheden had gezeten.
(Bronnen: Science Wars op Wikipedia en een discussie tijdens de Wednesday Tea and Cake Get-Together van vanmiddag)
zaterdag 9 oktober 2010
Voor mijn visueel ingestelde fans (2)
There's no place like London
Dat was het dan: de eerste week studeren. Ik heb 200 pagina's filosofie doorgewerkt en drie hoorcolleges (soort lezingen) en twee werkcolleges (soort discussiegroepjes) gevolgd. Ik zat achter mijn luxe bureau met wijds uitzicht, of in de moderne, lichte bibliotheek tussen de boeken, of in één van de prachtige Art Noveau-collegezalen. Nu ben ik zo iemand die zich aan het eind van de vrijdagmiddag afvraagt of ze wel genoeg gedaan heeft. Had ik niet minder thee moeten drinken en meer moeten lezen? Had ik niet veel lastigere stof door kunnen worstelen als ik minder met medestudenten had geluncht? Had ik ondertussen niet al expert kunnen zijn op het gebied van Wittgenstein's Tractatus als ik niet met collega's naar de kroeg was gegaan?
Gelukkig zit er in mijn achterhoofd een zeer nuttig relativerend stemmetje dat uitroept: nee! Haar stelling is: liever iedere avond in de kroeg met collega's dan iedere avond in de bieb met Ludwig, Karl en Paul. Liever ook eens thee met Mr. T dan alsmaar repeteren met Roger, Rudolf en René.
Heeft ze gelijk? Tijd voor een voorbeeld ter ondersteuning van deze stelling. In Nederland had ik ooit een gesprek met PhD-student D. die voor zijn masterscriptie in het buitenland was geweest. Hij bevond zich drie maanden lang in Cambridge. Hij bekende dat hij nooit zoveel voor elkaar had gekregen als daar. Drie maanden lang had hij zich in de bibliotheek opgesloten om zoveel mogelijk te lezen. 's Avonds laat keerde hij terug naar zijn kamer, bij een gastgezin, 's ochtends vroeg vertrok hij weer naar zijn boeken. Ongetwijfeld deed hij drie keer zoveel als ik. Maar is dat waar je buitenlandverblijf om draait, een soort kluizenaarsbestaan tussen net iets luxere boekenplanken? Waarom was deze persoon eigenlijk in Cambridge? Het stemmetje denkt dat hij net zo goed in de bibliotheek van Wormerveer had kunnen zitten. (Inmiddels heeft hij zijn PhD afgerond en is het heel lastig voor hem om een nieuwe baan te vinden. Vind je het gek, zegt het stemmetje. Niemand heeft hem gezien!)
Een vriend van mij pakte zijn buitenlandverblijf heel anders aan. Als een waar netwerkkanon besteedde hij zijn drie maanden niet alleen aan colleges en onderzoek, maar ging hij ook naar elk faculteitsfeestje. Inmiddels is zijn bezoek daar met een jaar verlengd en is hij hard op weg om een Grootsch Onderzoeker te worden. Dat had hij niet in Wormerveer voor elkaar gekregen, daarvoor moet je bier drinken met buitenlandse brainiacs. Let wel, ik denk niet dat je niets moet uitvoeren en het op je mooie gezichtje kan redden. Maar ik denk dat een goed gesprek onder het genot van een Guinness best wel eens het verschil zou kunnen maken tussen een academisch sink or swim.
Gister hoorde ik dat familieleden zich afvragen wat ik eigenlijk in Londen doe. Het antwoord: niet alleen dikke boeken lezen, maar ook af en toe naar de kroeg aan de overkant om de auteurs in het echt te spreken.
Gelukkig zit er in mijn achterhoofd een zeer nuttig relativerend stemmetje dat uitroept: nee! Haar stelling is: liever iedere avond in de kroeg met collega's dan iedere avond in de bieb met Ludwig, Karl en Paul. Liever ook eens thee met Mr. T dan alsmaar repeteren met Roger, Rudolf en René.
Heeft ze gelijk? Tijd voor een voorbeeld ter ondersteuning van deze stelling. In Nederland had ik ooit een gesprek met PhD-student D. die voor zijn masterscriptie in het buitenland was geweest. Hij bevond zich drie maanden lang in Cambridge. Hij bekende dat hij nooit zoveel voor elkaar had gekregen als daar. Drie maanden lang had hij zich in de bibliotheek opgesloten om zoveel mogelijk te lezen. 's Avonds laat keerde hij terug naar zijn kamer, bij een gastgezin, 's ochtends vroeg vertrok hij weer naar zijn boeken. Ongetwijfeld deed hij drie keer zoveel als ik. Maar is dat waar je buitenlandverblijf om draait, een soort kluizenaarsbestaan tussen net iets luxere boekenplanken? Waarom was deze persoon eigenlijk in Cambridge? Het stemmetje denkt dat hij net zo goed in de bibliotheek van Wormerveer had kunnen zitten. (Inmiddels heeft hij zijn PhD afgerond en is het heel lastig voor hem om een nieuwe baan te vinden. Vind je het gek, zegt het stemmetje. Niemand heeft hem gezien!)
Een vriend van mij pakte zijn buitenlandverblijf heel anders aan. Als een waar netwerkkanon besteedde hij zijn drie maanden niet alleen aan colleges en onderzoek, maar ging hij ook naar elk faculteitsfeestje. Inmiddels is zijn bezoek daar met een jaar verlengd en is hij hard op weg om een Grootsch Onderzoeker te worden. Dat had hij niet in Wormerveer voor elkaar gekregen, daarvoor moet je bier drinken met buitenlandse brainiacs. Let wel, ik denk niet dat je niets moet uitvoeren en het op je mooie gezichtje kan redden. Maar ik denk dat een goed gesprek onder het genot van een Guinness best wel eens het verschil zou kunnen maken tussen een academisch sink or swim.
Gister hoorde ik dat familieleden zich afvragen wat ik eigenlijk in Londen doe. Het antwoord: niet alleen dikke boeken lezen, maar ook af en toe naar de kroeg aan de overkant om de auteurs in het echt te spreken.
woensdag 6 oktober 2010
Tea with Mr. T
"The event somewhat resembles an open house. After entering, you will be ushered into the living room which, for the occasion, will resemble a doctor's waiting room, with chairs arranged in a circle. On them will be seated an array of relatives interspersed with the odd friend and neighbour. The relatives will welcome you to what at first appears to be a group therapy session, with all the appeal thereof. (...) During [the] enlightening and captivating conversation, you will have ample opportunity to compile your next day's shopping list." (The Birthday Party. In: The UnDutchables, White Boucke Publishing, 2006).
In The UnDutchables staan veel wijze woorden, maar de beschrijving van hoe het er aan toe gaat op een typische Hollandsche verjaardag vind ik het meest treffend. Voor de duidelijkheid: dat mis ik dus niet, dat summum van kleffe toastjes met haring en die verplichte fles rosé die tante Toos er doorheen jaagt om vervolgens eens lekker over haar man / haar zere knie / homoseksuelen te klagen.
Een veel gezonder alternatief is de Wednesday Tea and Cake Get-Together van het Centre waar ik onderzoek doe. Dit wekelijks evenement wordt georganiseerd door een zeer flamboyante lange Brit, die door sommigen liefkozend Mr. T genoemd wordt. Hij is part-time wetenschapsfilosoof, part-time docent, en elke woensdag verruilt hij zijn natuurkundelokaal elders in Londen om weer eens bij zijn buddies van het Centre langs te gaan met een taartje en een praatje.
In niets haalt de gemiddelde verjaardag het hierbij, maar zeker niet wat betreft gespreksonderwerpen. In plaats van het over de Neerlandse politiek en die gezonde xenofobe impuls van Geert te hebben hadden we het namelijk onder andere over:
- wat Richard Feynman ook al weer deed met de kluisjes op Los Alamos
- of het hebben van een Nobelprijswinnaar aan je universiteit het onderwijs op je universiteit verbetert
- hoe het nu eigenlijk kan dat een tafel niet kan denken
- in hoeverre de architecturele majestiek van Londen afleidt bij het doen van je onderzoek
Precies mijn cup of tea dus. Volgende keer neem ik de taart mee.
In The UnDutchables staan veel wijze woorden, maar de beschrijving van hoe het er aan toe gaat op een typische Hollandsche verjaardag vind ik het meest treffend. Voor de duidelijkheid: dat mis ik dus niet, dat summum van kleffe toastjes met haring en die verplichte fles rosé die tante Toos er doorheen jaagt om vervolgens eens lekker over haar man / haar zere knie / homoseksuelen te klagen.
Een veel gezonder alternatief is de Wednesday Tea and Cake Get-Together van het Centre waar ik onderzoek doe. Dit wekelijks evenement wordt georganiseerd door een zeer flamboyante lange Brit, die door sommigen liefkozend Mr. T genoemd wordt. Hij is part-time wetenschapsfilosoof, part-time docent, en elke woensdag verruilt hij zijn natuurkundelokaal elders in Londen om weer eens bij zijn buddies van het Centre langs te gaan met een taartje en een praatje.
In niets haalt de gemiddelde verjaardag het hierbij, maar zeker niet wat betreft gespreksonderwerpen. In plaats van het over de Neerlandse politiek en die gezonde xenofobe impuls van Geert te hebben hadden we het namelijk onder andere over:
- wat Richard Feynman ook al weer deed met de kluisjes op Los Alamos
- of het hebben van een Nobelprijswinnaar aan je universiteit het onderwijs op je universiteit verbetert
- hoe het nu eigenlijk kan dat een tafel niet kan denken
- in hoeverre de architecturele majestiek van Londen afleidt bij het doen van je onderzoek
Precies mijn cup of tea dus. Volgende keer neem ik de taart mee.
dinsdag 5 oktober 2010
All I know is that I know nothing
Gisteren had ik mijn eerste college, philosophy of physics. Hierin wordt een kort overzicht behandeld van de meest prangende filosofische kwesties op het gebied van grote natuurkundige onderwerpen als relativiteitstheorie, quantummechanica en statistische mechanica. Er wordt geen kennis van natuurkunde voorondersteld (het blijft puur conceptueel), en eigenlijk ook geen kennis van filosofie (het is het eerste college voor veel nieuwe masterstudenten). In principe heb ik hier geen probleem mee (sterker nog, als ik iets weet is het wel dat ik helemaal niets weet). Het trekt alleen wel het volgende soort opmerkingen aan:
M., net afgestudeerd Kroatisch natuurkundige met een interesse zowel kerkmuziek als de verschillende interpretaties van de quantummechanica: "Ja, ik wilde eigenlijk gelijk een PhD over dat onderwerp doen, maar ze lieten me niet toe! Ze zeiden dat ik eerst een master wetenschapsfilosofie moest doen! Belachelijk, ik heb al een achtergrond in wetenschapsfilosofie. Ik heb toch zeker twee vakken over dat onderwerp gedaan in de bachelor."
Of J., Canadees IPod-applet-ontwikkelaar: "Oh, dat klinkt leuk! Veel mensen denken dat ik geen achtergrond in natuurwetenschap heb, maar dat is natuurlijk onzin. Ik heb drie vakken over natuurwetenschap gedaan op de universiteit: wetenschapsgeschiedenis, technologie in de Grieks-Romeinse tijd en Inleiding tot Natuurwetenschap."
Morgen heb ik mijn tweede vak, Rationality and Choice, dat gaat over problemen binnen de sociale wetenschappen (zoals bijvoorbeeld economie en sociologie). Het zal voor mij wel een makkie worden: ik heb in de derde klas een heel jaar Economie gehad van mijnheer Boukris.
M., net afgestudeerd Kroatisch natuurkundige met een interesse zowel kerkmuziek als de verschillende interpretaties van de quantummechanica: "Ja, ik wilde eigenlijk gelijk een PhD over dat onderwerp doen, maar ze lieten me niet toe! Ze zeiden dat ik eerst een master wetenschapsfilosofie moest doen! Belachelijk, ik heb al een achtergrond in wetenschapsfilosofie. Ik heb toch zeker twee vakken over dat onderwerp gedaan in de bachelor."
Of J., Canadees IPod-applet-ontwikkelaar: "Oh, dat klinkt leuk! Veel mensen denken dat ik geen achtergrond in natuurwetenschap heb, maar dat is natuurlijk onzin. Ik heb drie vakken over natuurwetenschap gedaan op de universiteit: wetenschapsgeschiedenis, technologie in de Grieks-Romeinse tijd en Inleiding tot Natuurwetenschap."
Morgen heb ik mijn tweede vak, Rationality and Choice, dat gaat over problemen binnen de sociale wetenschappen (zoals bijvoorbeeld economie en sociologie). Het zal voor mij wel een makkie worden: ik heb in de derde klas een heel jaar Economie gehad van mijnheer Boukris.
zondag 3 oktober 2010
Vooraankondiging
Het is zover: ik heb mijn vliegtickets naar Canada geboekt! Ik vond het zonde om alleen tijdens de conferentie in Montreal te zijn, dus kom ik al een paar dagen eerder aan. Ik vind dit vooral heel spannend omdat ik (opnieuw) alleen naar een land ga. In Londen had ik nog het voordeel bij een paar mensen in huis te komen die ik al een keer ontmoet had, maar dit keer ken ik helemaal niemand. Pas op de conferentie zie ik een paar bekende gezichten.
Er zijn mijns inziens een paar dingen die je zeker moet doen als je ergens alleen aankomt: zo heb ik een kamer geboekt in een gemengde slaapzaal van een hostel. Dat heeft als voordeel dat het een stuk goedkoper is, maar ook dat je gedwongen mensen leert kennen. Terwijl de gemiddelde filosoof komende november alleen op een kamer zit à 150 dollar per nacht, heb ik op ongeveer 500 m afstand een kamer à 15 dollar per nacht midden in de Latin-wijk. Daarnaast heb ik nu al een digitale versie van de Lonely Planet-gids voor Montreal gedownload op mijn telefoon - daar staan tips zat in over hoe ik me moet vermaken!
Dit is dus alvast een vooraankondiging: van 1 tot 7 november op deze blog een reisverslag van Montreal, Canada.
Er zijn mijns inziens een paar dingen die je zeker moet doen als je ergens alleen aankomt: zo heb ik een kamer geboekt in een gemengde slaapzaal van een hostel. Dat heeft als voordeel dat het een stuk goedkoper is, maar ook dat je gedwongen mensen leert kennen. Terwijl de gemiddelde filosoof komende november alleen op een kamer zit à 150 dollar per nacht, heb ik op ongeveer 500 m afstand een kamer à 15 dollar per nacht midden in de Latin-wijk. Daarnaast heb ik nu al een digitale versie van de Lonely Planet-gids voor Montreal gedownload op mijn telefoon - daar staan tips zat in over hoe ik me moet vermaken!
Dit is dus alvast een vooraankondiging: van 1 tot 7 november op deze blog een reisverslag van Montreal, Canada.
vrijdag 1 oktober 2010
Summer is a state of mind
Londen was vandaag bijzonder regenachtig. Ik moest dan ook voor het eerst 'echt aan het werk'. Daarbij vermeed ik deze fout (nou ja, bijna), waardoor ik vervolgens de hele ochtend kon verspillen met uit het raam kijken.
Gelukkig werd deze sleur van onproductiviteit doorbroken toen ik ging lunchen met alle andere postgraduates. Mijn begeleider rende daarbij wild rond en stelde mij voor aan allemaal mensen. Ik heb de goede gewoonte opgepakt om mensen die ik voor het eerst ontmoet kort in mijn notitieboekje te schetsen en daarbij een aantal tips voor later gebruik neer te zetten (bijvoorbeeld dat mevrouw C niet gemaild moet worden, omdat haar mails altijd in een zwart gat verdwijnen, of dat docente W uit Oostenrijk komt en van bergbeklimmen houdt). Het was een echte netwerkaangelegenheid, maar gelukkig hadden ze lekkere vegetarische broodjes.
De rest van de middag heb ik doorgebracht met dromen over de aanstaande conferentie begin november (ja, ik ga naar Canada!). Ik zag in de boekenwinkel op de campus al een reisgidsje Montreal staan, dus dat ga ik zeker kopen. Uit procrastinatie ben ik om half zes snel wat sushi gaan eten bij Wasabi (minder goed dan Itsu, en ook gek genoeg beduidend minder wasabi).
Om zes uur bevond ik mij in de ondergrondse bar van de universiteit waar een kort filosofenfeestje was. Ik had eerst niet zo'n zin om allemaal nieuwe mensen actief te gaan leren kennen, maar dat viel uiteindelijk reuze mee. Eén van de personen uit mijn schetsjes, een Griekse filosoof op het gebied van quantummechanica, bleek namelijk erg gezellig te zijn om mee te praten. Ik heb het de hele avond met hem gehad over lesgeven, Logicomix ("Why you say logic can be no fun?" aldus deze man tegen een onwetende student) en Belgisch bier.
Vandaag was dus nog een laatste restje zomervakantie. Maandag ga ik echt aan het werk.
Gelukkig werd deze sleur van onproductiviteit doorbroken toen ik ging lunchen met alle andere postgraduates. Mijn begeleider rende daarbij wild rond en stelde mij voor aan allemaal mensen. Ik heb de goede gewoonte opgepakt om mensen die ik voor het eerst ontmoet kort in mijn notitieboekje te schetsen en daarbij een aantal tips voor later gebruik neer te zetten (bijvoorbeeld dat mevrouw C niet gemaild moet worden, omdat haar mails altijd in een zwart gat verdwijnen, of dat docente W uit Oostenrijk komt en van bergbeklimmen houdt). Het was een echte netwerkaangelegenheid, maar gelukkig hadden ze lekkere vegetarische broodjes.
De rest van de middag heb ik doorgebracht met dromen over de aanstaande conferentie begin november (ja, ik ga naar Canada!). Ik zag in de boekenwinkel op de campus al een reisgidsje Montreal staan, dus dat ga ik zeker kopen. Uit procrastinatie ben ik om half zes snel wat sushi gaan eten bij Wasabi (minder goed dan Itsu, en ook gek genoeg beduidend minder wasabi).
Om zes uur bevond ik mij in de ondergrondse bar van de universiteit waar een kort filosofenfeestje was. Ik had eerst niet zo'n zin om allemaal nieuwe mensen actief te gaan leren kennen, maar dat viel uiteindelijk reuze mee. Eén van de personen uit mijn schetsjes, een Griekse filosoof op het gebied van quantummechanica, bleek namelijk erg gezellig te zijn om mee te praten. Ik heb het de hele avond met hem gehad over lesgeven, Logicomix ("Why you say logic can be no fun?" aldus deze man tegen een onwetende student) en Belgisch bier.
Vandaag was dus nog een laatste restje zomervakantie. Maandag ga ik echt aan het werk.
Abonneren op:
Posts (Atom)