dinsdag 24 mei 2011

Gastschrijver: Merlijn in Parijs

Er zijn uiteraard meer mensen bezig met een uitwisseling in het buitenland. Af en toe publiceer ik daar een stukje van. Wil jij ook een stukje schrijven? Stuur me dan een berichtje.

Bureaucratie

Beste Lezer,

Mijn naam is niet Rosa. Mijn bestemming is niet Londen. Mijn doel is niet eens een PhD. Desondanks zijn de hoepeltjes voor een masterstage in Parijs vergelijkbaar. Rosa suggereerde dat ik hier dus maar een gastblog moest schrijven. Bij dezen.

Merlijn

Bureaucratie. Paarse krokodillen.
En zo voelt het ook écht.

Op het moment ben ik met een viertal beurzen bezig. Een wordt uitgegeven door een overheidsorganisatie van een vreemd land, een door een Nederlandse universiteit, een door een aan diezelfde universiteit gelieerde stichting en een door een internationaal consultancybureau met een vestiging in Amsterdam.
Het vreemde land in kwestie staat bekend om de bureaucratie. Dat uit zich ook in een beursaanvraag. Daarvoor is nodig: een formulier (2 pagina’s), een motivatiebrief (2), een CV (2), een begroting (1), kopieën van diploma’s en cijferlijsten (2x9), een aanbevelingsbrief (2), een toelatingsbrief (1) en een projectbeschrijving (1). Totaal: 29 pagina’s. Eenmaal per e-mail, eenmaal per post. Alleszins redelijk.
De Nederlandse universiteit heeft een ander eisenlijstje. Die willen namelijk een formulier dat ondertekend is door de buitenlandcoördinator van de faculteit. Ze willen het bovendien binnen een week nadat je de aanvraag hebt ingediend, en dat vertellen ze op het moment dat je dat al hebt gedaan. De buitenlandcoördinator wil dan alleen wel een toelatingsbrief van je toekomstige stagebegeleider en een akkoord van de examencommissie. Dus mail je die examencommissie. Maar oeps! Dat moet via je studieadviseur, dus moet je eerst dáár maar eens mee mailen. En uiteraard werken deze mensen maar twee dagen in de week (afgezien van de voorzitter van de examencommissie die het akkoord uiteindelijk snel geregeld had).

Het internationale consultancybureau is dan een verademing. Een webformuliertje, waarin moet worden meegestuurd: een motivatiebrief, een cv, wat je totale begrotingsbedrag is, wat je andere inkomstenbronnen zijn en wat je nog nodig hebt. Klik. Verstuurd.
Tsja.
Dan hebben we nog de aan de universiteit gelieerde stichting. Die stichting geeft de kleinste beurzen van allemaal, en daar staat de grootste bureaucratie tegenover. An sich valt de aanvraag nog wel mee: Een aanvraagformulier (2 pagina’s), samenvatting en toelichting begroting (1), projectbeschrijving (1-2), persoonlijke motivatie, formele inbedding, contacten op die universiteit (1), aanbevelingsbrief volgens specifieke eisen van deze stichting (2), toelatingsbrief (1), CV (2), gewaarmerkte cijferlijst en kopie BA-cijferlijsten (5). Totaal: 15 pagina’s.
Maar nu komt het: dat moet je wel in tienvoud inleveren. Oh, en vergeet niet je bijlagen correct te nummeren!

Gelukkig maar dat die beurs niet strikt noodzakelijk is om te doen wat ik (rechts) al deed toen ik negen was: Me verbazen over (in dit geval: drijf-)zand.