Gisteren leek ik weer een bureaucratisch beest, dat een van de meest veelvoorkomende beurzen bewaakte, bezweerd te hebben. Het kostte ditkeer slechts vier handtekeningen en een stukje waardigheid. Ik voelde me een echte lobbyist; ik stond zelfs met een pen en een te ondertekenen document te wachten bij iemands vergaderruimte en heb wel twee mensen gestoord bij de lunch.
Bleek het beest niet helemaal verslagen! Vanochtend kreeg ik een e-mail die erop leek te wijzen dat ik deze beurs niet kreeg omdat ik collegegeld moet betalen aan mijn buitenlandse universiteit. En dat was uiteraard een misverstand. Gelukkig gold ook hier de regel 'Er is altijd iemand die je kan bellen'. Maar dan wel als volgt (schrijf je mee?):
1. Bel nooit de Studentenservice, want die zijn alleen bereikbaar bij volle maan op een dinsdag als je gele sokken draagt. Gebruik liever het internet om op de meest weggestopte universiteitssite het directe nummer te vinden.
2. Via dit nummer krijg je nooit de grootmoefti te pakken die je wilde spreken, want die heeft zonder uitzondering vandaag een vrije dag, of is net ontslagen, of ontvoerd door de Jabberwock. De grootmoefti is altijd 'misschien op de dag van de deadline tussen half tien en kwart voor tien bij de telefoon'. Spoor daarom aan tot doorverbinden met een vervangende moefti.
3. De vervangende moefti is altijd 'net even van haar bureau weg'. Bel vijf minuten voordat deze persoon een 'belangrijke afspraak' heeft terug, want dan zit ze wel achter haar bureau en heeft ze haast, dus wil ze je probleem snel oplossen.
4. Als je eenmaal een moefti aan de lijn hebt is het alleen nog een kwestie van uitleggen. Binnen vijftien seconden is het hele probleem opgelost en dan blijkt uiteraard dat de oorspronkelijke moefti helemaal niet over jouw probleem ging, maar de alternatieve moefti wel. En dat ze best gezellig is om even mee te kletsen.