"Goh, ik dacht dat je postdoc was!" zei laatst een geinteresseerde masterstudente tegen me.
"Wat, zie ik er zo belabberd uit dan?" was mijn reactie. Ik word cynisch, zo tegen het eind van het derde jaar van mijn promotie. En ik had nog zo gezegd dat ik positief zou blijven.
Laat ik mezelf verdedigen - ik probeer geen masterstudentes af te schrikken van de wonderlijke academische wereld. Het is een logische reactie als je zo om je heen kijkt. Promoveren is, ondanks alle cynische grappen en wanhopige artikelen die zo nu en dan de kop op steken, in essentie een baan van vier jaar lang waar je onder (soms goede, soms minder goede, maar in elk geval aanwezige) begeleiding, en met een bescheiden maar afdoende salaris, langzaamaan een boekwerk vol mag schrijven met je eigen ideeen. Veel schrijvers zouden stikjaloers zijn. Nee, dan een postdoc: binnen een jaar moet je, zonder enige hulp of advies, in een nieuwe stad in een hoogstwaarschijnlijk ver en veel te exotisch land (de Verenigde Staten, bijvoorbeeld), eh... wat doen postdocs eigenlijk? Als je postdocs wil geloven is de belangrijkste taak die je hebt solliciteren voor de volgende postdoc. Want dat is het enige in je gedachten: haal ik de volgende sprong?
Toch proberen we het allemaal. Je kan geen blazer aantrekken naar kantoor (ik had het koud, toevallig!) of iemand vraagt je, met een maniakale blik in zijn ogen, of je een sollictatiegesprek hebt. Aan de eettafel thuis maken mijn ook promoverende huisgenoot en ik grapjes over de banenmarkt. Zo stuurde ik hem onlangs het volgende plaatje:
Je weet wel, om hem op te vrolijken over hoe lastig het allemaal is. Zijn reactie was bitter cynisch: "Leuk plaatje hoor, maar Dr. Me lacht, dat kan niet kloppen". Uiteindelijk besloten we dat het een leegogige grimas, een blik vol wanhoop was. Dr. Me, op dit plaatje, denkt "Oh god, wat nu?!"
Er is een postdoc hier op de faculteit die ik eigenlijk alleen tegenkom in ons kleine kantoorkeukentje. Hij zit daar dan alleen, aan het tafeltje, een broodje te eten, voor zich uit starend. Altijd een vriendelijke glimlach op zijn gezicht. Maar wat schuilt daar achter?
donderdag 17 juli 2014
Abonneren op:
Posts (Atom)